gN
16
n
De eerste afregeling van de stand moet in deze volgorde uitgevoerd worden: eerst gesloten, vervolgens
open. Daarna is fijnafregeling van deze standen mogelijk.
De fabrieksinstellingen moeten worden teruggezet voordat er van 10
–0 V naar 0–10 V en andersom
gewisseld kan worden.
Zorg bij analoge sturing (10
–0 V of 0–10 V) dat de analoge uitgang van de regelcomputer een
stuursignaal van 1% uitstuurt. Bij spanningsregeling van 10
–0 V wordt 9,5 V aanbevolen. (Voor een I/O-
netwerksturingssyteem is dit niet belangrijk.)
1. Zet de handbedieningsschakelaar in de stand
GESLOTEN
(
→
) en laat de luchtinlaat naar de gewenste
positie bewegen.
•
Traditionele inlaat: Sluit de luchtinlaat volledig.
•
Fantura-inlaat:
1.
Bepaal de locatie van de rechthoekige opening van het Fantura-systeem. Zie de opmerking hieronder.
2.
Zet de klep in de Fantura-stand door de klep te sluiten totdat alleen de rechthoek open blijft.
De smalle rechthoek in de Fantura-inlaat zorgt ervoor dat inlaatlucht in een straal naar het
plafond wordt gestuurd. Dit voorkomt koudeval op de dieren bij minimale ventilatie. Dit noemen
we het Fantura-principe.
2. Zet de handbedieningsschakelaar in een OFF-stand (
O
).
3. Houd de drukknop ingedrukt totdat het cijfer
1
op het display wordt weergegeven en laat de drukknop
vervolgens los. De iM.60 is nu ingesteld in de stand voor 1%-afregeling. Wanneer u de drukknop loslaat,
wordt er een streepje op het display weergegeven.
4. Het streepje moet in het midden staan. Is dat niet het geval, dan is de slag te kort. Sluit de motor iets verder
of wijzig de afregeling van de open stand, maar zorg ervoor dat de gesloten stand van de inlaat juist is.
5. Druk op de drukknop om de instelling te bevestigen. De letter
C
wordt nu op het display weergegeven. De
afregeling is nu voltooid.
Wordt er op het display iets anders dan
C
weergegeven? Dan is de afregeling niet geslaagd. Zet de
fabrieksinstellingen terug als er geen verbetering plaatsvindt.