22
•
Het toestel mag enkel worden gebruikt met
de voeding die met het toestel is
meegeleverd.
•
Wat de gedetailleerde informatie over het
herladen van de batterij betreft, verwijzen we
naar de onderstaande paragraaf van de
handleiding.
•
Het toestel mag uitsluitend op de zeer lage
veiligheidsspanning worden aangesloten die
overeenkomt met de vermelding op het
toestel.
•
Gebruik dit toestel niet:
o
Indien het voedingssnoer of de stekker
beschadigd zijn,
o
indien het niet correct werkt,
o
indien het beschadigd is, op welke
manier dan ook.
Breng het toestel in dat geval naar de
klantendienst, waar het geïnspecteerd en
hersteld zal worden. Geen enkele herstelling
mag uitgevoerd worden door de gebruiker.
•
De voedingskabel van de oplader mag niet
worden vervangen. Wanneer de kabel
beschadigd is, moet de oplader worden
afgedankt.
•
Dit apparaat bevat batterijen die niet
vervangen kunnen worden.
