3. Gebruiksdoeleinde
De maximumtemperatuur van de overgebrachte
vloeistof mag +35°C niet overschrijden als de
installatie voortdurend in werking is. Met deze pomp
mogen geen brandbare, gas ontwikkelende of
explosieve vloeistoffen worden overgebracht. Het
overbrengen van agressieve vloeistoffen (zuren,
logen, siloleksap etc.) alsook van abrasieve stoffen
(zand) bevattende vloeistoffen moet eveneens
worden vermeden.
Toepassingsgebied
앬
Voor het irrigeren en gieten van plantsoenen,
groentebedden en tuinen
앬
Voor de werking van gazonsproeiers
앬
Met voorfilter voor het ontnemen van water uit
vijvers, beken, regentonnen, regenwater-
verzamelbekken en putten
앬
Voor de huiswatervoorziening
Overbrengbare vloeistoffen
Voor het overbrengen van helder water (zoetwater),
regenwater of lichte wasloog/water voor industriële of
agrarische doeleinden.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het
gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven
alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
Aanwijzing: Het toestel mag niet voor het pompen
van drinkwater worden gebruikt.
4. Gebruiksaanwijzingen
Principieel is het aan te raden een voorfilter en een
aanzuig-set met zuigslang, zuigkorf en terugslagklep
te gebruiken teneinde lange heraanzuigtijden en een
onnodige beschadiging van de pomp door stenen en
vaste vreemde voorwerpen te voorkomen.
5. Technische gegevens:
Netaansluiting:
230 V ~ 50 Hz
Opgenomen vermogen:
1100 Watt
Wateropbrengst max.
4000 l/h
Opvoerhoogte max.
43 m
Persdruk max.
4,3 bar
Aanzuighoogte max.
8 m
Druk- en zuigaansluiting:
1“ IG
Watertemperatuur max.
35° C
Reservoirinhoud:
18 l
Inschakeldruk bij ca.:
1,5 bar
Uitschakeldruk bij ca.:
3 bar
6. Elektrische aansluiting
De pomp moet worden aangesloten aan een
wandcontactdoos met aardingscontact
230 V ~ 50 Hz. Beveiliging minstens 10 ampère.
De ingebouwde motorveiligheidsschakelaar
beschermt de motor tegen overbelasting of
blokkering. In geval van oververhitting wordt de
pomp automatisch uitgeschakeld. Na het afkoelen
wordt de pomp opnieuw automatisch
ingeschakeld.
7. Zuigleiding
앬
De zuigleiding of slang of buis moet minstens
een diameter van 1 duim hebben. Bij een
aanzuighoogte van meer dan 5 m is 1 1
1
/
4
duim
aan te raden.
앬
Zuigklep (voetklep) met zuigkorf aanbrengen aan
de zuigleiding. Mocht dit niet mogelijk zijn, moet
een terugslagklep in de zuigleiding worden
geïnstalleerd.
앬
De zuigleiding stijgend installeren vanaf de
plaats waar het water wordt ontnomen tot aan de
pomp. Vermijdt zeker het installeren van de
zuigleiding boven de hoogte van de pomp;
luchtbellen in de zuigleiding vertragen en
verhinderen het aanzuigen.
앬
Zuig- en drukleiding moeten op een manier
worden aangebracht dat deze geen
mechanische druk uitoefenen op de pomp.
앬
De zuigklep moet diep genoeg in het water
liggen om te voorkomen dat de pomp droog loopt
als het waterpeil daalt.
앬
Een lekke zuigleiding verhindert het aanzuigen
17
NL
Anleitung_E_HW_1140_SPK7:_ 24.11.2009 10:44 Uhr Seite 17