![Enerpac ATM Series Скачать руководство пользователя страница 64](http://html1.mh-extra.com/html/enerpac/atm-series/atm-series_instructions-manual_2411284064.webp)
64
17.0 STORINGEN VERHELPEN
PROBLEEM 1: DE SCHROEFBOUT DRAAIT
ZWAAR.
OPLOSSING:
Zorg dat de schroefbout van vet is
voorzien.
PROBLEEM 2: HET FRICTIEBLOK OP DE WARTEL
AAN DE VOET VAN DE SCHROEF-
BOUT DRAAIT LANGS DE OMTREK
VAN DE FLENS.
OPMERKING: Het gereedschap mag niet worden
gebruikt als het frictieblok langs de
omtrek van de flens draait.
OORZAAK:
Het wartellager is vuil of is vast-
gelopen.
OPLOSSING:
De wartel moet worden ontmanteld,
gereinigd, gesmeerd en opnieuw
gemonteerd. Als het probleem nog
steeds aanwezig is, vervang dan het
naaldlager van de wartel en de
drukringen (zie pagina 66).
PROBLEEM 3: HET FRICTIEBLOK SCHUIFT OVER
DE OMTREK VAN DE FLENS ALS
DE VERBINDING IS UITGELIJND.
OORZAAK:
Gruis of vuil op de vleugel; de rol-
lagers moeten worden gesmeerd.
Het gereedschap heeft de maximale
lengte bereikt.
OPLOSSING:
Zorg dat de rollen vrij op de vleugel
van het gereedschap kunnen rond-
draaien als dit wordt verlengd. Als dit
niet het geval is, ontmantel dan het
gereedschap en reinig de rollen en
de vleugel en smeer ze. (Zie para-
graaf 15 Smering van ATM-3.).
Als het gereedschap de maximale
lengte heeft bereikt, is het zeer
waarschijnlijk dat de verbinding
buiten het bereik van de ATM-3 ligt.
PROBLEEM 4: ER IS ONVOLDOENDE RUIMTE
VOOR DE FLENS TUSSEN DE
HEFHAAK EN HET GEREEDSCHAP.
OORZAAK:
Het gereedschap is onjuist
afgesteld. De flens is te groot.
OPLOSSING:
Misschien verdwijnt het probleem als
de hefhaak wordt omgekeerd. Als dit
niet het geval is, is het zeer waarschi-
jnlijk dat de betreffende flens buiten
het bereik van de ATM-3 ligt.
PROBLEEM 5: HET GEREEDSCHAP IS AANGES-
LOTEN EN LIJKT GOED TE
WERKEN, MAAR DE VERBINDING
WORDT NIET UITGELIJND.
OORZAAK:
Een verborgen belemmering op de
verbinding of de nabijgelegen pijp,
waardoor de kracht die nodig is voor
het uitlijnen van de verbinding groter
is dan die van de ATM-3 (d.w.z. 3
ton (27kN).
OPLOSSING:
a. Controleer of er in het gebied
langs de verbinding een belem-
mering aan- wezig is.
b. Misschien is de benodigde druk
voor het uitlijnen van de verbind-
ing groter dan de 3 ton (27kN)
van het gereedschap. In dit geval
moet u een andere methode
toepassen om de verbinding uit te
lijnen.
18.0 MINIMALE / MAXIMALE VERLENGING
. .
.
.
.
.
.
.
.
Figuur 23
. .
.
.
.
.
.
.
.
Figuur 24
ZONDER VERLENGING
MAXIMALE VERGRENDELING