21
Onderhoud
Attentie! Koppel, voor ieder onderhoud, eerst de
wasemkap van het elektriciteitsnet af door de stekker weg
te trekken of door de hoofdschakelaar van de woning uit
te schakelen.
Schoonmaak
De kap moet regelmatig schoon gemaakt worden, zowel
binnen als buiten (tenminste met dezelfde regelmaat waarmee
de vetfilters gereinigd worden). Gebruik voor het reinigen een
doek die u vochtig maakt met een beetje neutraal vloeibaar
reinigingsmiddel. Gebruik geen producten die schuurmiddelen
bevatten.
GEEN ALCOHOL GEBRUIKEN!
Attentie:
Als u deze aanwijzingen m.b.t. reiniging van het
apparaat en vervanging resp. reiniging van de filters niet
opvolgt, kan dat tot brand leiden. Deze aanwijzingen beslist
opvolgen!
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade aan de motor of
schade t.g.v. brand die het gevolg zijn van ondeskundig
onderhoud of niet opvolgen van de bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Vetfilter
Moet eenmaal per maand worden gereinigd (of als de
aanwijzer verzadigde filters – indien aanwezig op het model in
Uw bezit – deze noodzaak aangeeft) met neutrale
reinigingsmiddelen, met de hand of in de vaatwasmachine op
lage temperaturen en met een kort programma. Door hem in
de vaatwasmachine te wassen kan het metalen vetfilter
ontkleuren, maar dit is niet van invloed op de eigenschappen,
die beslist niet veranderen.
Om het vetfilter te demonteren trekt u aan de veerbelaste
ontgrendelingshandgreep.
afb. 9
Koolstoffilter (alleen voor filterend apparaat)
Houdt de lastige kookgeuren vast.
De verzadiging van de koolstoffilter vindt plaats na een min of
meer geprolongeerd gebruik en hangt af van het soort koken
en de regelmaat waarmee de vetfilter wordt gewassen. In
ieder geval moet de filter minstens om de 4 maanden (of als
de aanwijzer verzadigde filters – indien aanwezig op het
model in Uw bezit – deze noodzaak aangeeft) vervangen
worden.
afb. 10
1.
Verwijder de stoomverzamelaar.
2.
Verwijder het vetfilter.
3.
Als het koolstoffilter al gemonteerd is en vervangen moet
worden, druk de ontkoppelingsknoppen
S
en schuif het
filter naar beneden.
4.
Monteer weer het vetfilter.
Als het vetfilter niet gemonteerd is:
1.
Verwijder de stoomverzamelaar.
2.
Verwijder het vetfilter.
3.
Plaats het koolstoffilter in de bovenste haken
T
en
bevestig definitief door middel van de onderste haken
S
.
4.
Monteer weer het vetfilter.
Vervanging lampjes
Sluit de stroom af.
Attentie!
Alvorens de lampjes aan te raken controleer eerst of
ze koud zijn.
Uitvoering met halogeenlampen.
Hef met een kleine rechte schroevedraaier de randen
van het lampje omhoog om het te verwijderen.
Vervang het lampje met een nieuw lampje van 12V 20W
30° Ø35 GU4.
De vervanging en de montage van het nieuwe lampje in
de tegengestelde volgorde uitvoeren.
Uitvoering met gloeilamp:
Verwijder het dampscherm.
Verwijder het vetfilter om de lamp ruimte te bereiken.
Draai het beschadigde lampje los en vervang het met
een nieuw lampje van max. 40W (E14 - B35).
Uitvoering met PL lamp
Verwijder het dampscherm.
Verwijder het vetfilter om de lamp ruimte te bereiken.
Maak de beschadigde lamp los en vervang deze met een
nieuwe van 9W-G23 (Wasemkap met twee lampen) of
van 11W-G23 (Wasemkap met een lamp).
Als de verlichting niet werkt, controleer dan of de lampjes
goed op hun plaats zitten alvorens de assistentiedienst te
bellen.