Dagelijks gebruik
Oven in- en uitschakelen.
1. Draai de functieknop van de oven op de gewenste
temperatuur (tussen 50°C en 250°C).
Het stroomindicatielampje is aan zolang de oven in
gebruik is.
Het temperatuurdisplay is aan zolang de oventem-
peratuur stijgt.
2. Indien u meer warmte nodig heeft vanaf de bovenkant
of de onderkant van de oven, draai de functieknop
dan naar of .
3. Voor het uitschakelen van de oven draait u de func-
tieknop van de oven in de stand Uit.
Ovenfuncties
Ovenfunctie
Toepassing
UIT-stand
Het apparaat staat UIT.
Ovenlampje
Brandt ook als er geen functie is ingeschakeld.
50-250
Afstelling van het temperatuurbe-
reik voor conventioneel koken.
Een temperatuur instellen voor conventioneel koken. Verwarmt de
oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingselement.
Voor bakken en braden op één ovenniveau.
Onderste verwarmingselement
Verwarmt alleen van de onderkant van de oven. Voor het bakken
van taarten met een knapperige bodem.
Bovenste verwarmingselement
Verwarmt alleen van de bovenkant van de oven. Voor het afbakken
van gaar eten.
Kookzones
U bedient de kookplaat die u met de oven hebt ge-
installeerd met behulp van de knoppen voor de
kookzones. Voor meer informatie over de kookplaat raad-
pleeg de gebruiksaanwijzing van de kookplaat.
Belangrijk! U dient het hoofdstuk Veiligheid te lezen in
de gebruiksaanwijzing van de kookplaat.
Kookstanden
Bedieningsknop
Functie
0
Uit-stand
1-3
Kookstanden
(1 = laagste kookstand; 3= hoogste
kookstand)
Tussenstanden zijn mogelijk tus-
sen 0 - 3.
1. Draai de bedieningsknop in de gewenste kookstand.
2. Zet de bedieningsknop op stand '0' om het kookpro-
ces uit te schakelen.
Koelventilator
Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt de koelven-
tilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
het apparaat koel te houden. Als u het apparaat uitscha-
kelt, schakelt de koelventilator uit.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on-
juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder-
delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die in-
dien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de tem-
peratuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
4
