NL
- 105 -
De vermelde trillingsemissiewaarde kan ook wor-
den gebruikt om voor begin van de werkzaamhe-
den de nadelige gevolgen te beoordelen.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Voorzichtig!
Restrisico’s
Er blijven altijd restrisico’s over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
•
Waarschuwing! Trek vóór alle onderhouds-,
schoonmaak- en instelwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
•
Controleer regelmatig of messen (21) en
grendel (22) in de messenblok (23) goed be-
vestigd zijn. (Fig. 16)
•
De messen (21) mogen aan de messenblok
(23) maximaal 1,1 mm uitsteken.
•
Verwijder nooit de veiligheidsafdekkingen van
de machine, tenzij voor de klantendienst of
voor herstelwerkzaamheden.
•
De veiligheidsafdekkingen moeten altijd
intact zijn. Bevestig en beveilig de veiligheid-
safdekkingen op de voorziene plaats vóór elk
gebruik van de machine.
•
Indien u de machine in gesloten ruimten
gebruikt, sluit dan een stofafvoer aan op de
spaanafzuiging (5).
•
Controleer de anti-terugslagklauwen (24) op
foutloze werking (fig. 17). De klauwen moeten
licht beweeglijk zijn, zodat ze vrij hangend
naar beneden wijzen.
•
Draag steeds een oogbescherming.
•
Snij nooit bochten, pennen of vormen.
•
Vlak- en vandiktebank uitpakken en contro-
leren op eventueel voorhanden zijnde trans-
portschade.
•
De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat en gericht.
•
Vóór ingebruikneming dienen alle afdekkin-
gen en veiligheidsinrichtingen naar behoren
te zijn gemonteerd.
•
Het schaafmes moet vrij kunnen draaien.
•
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwer-
pen letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
•
Voordat u de AAN-/UIT-schakelaar (1) indrukt
dient u er zich van te vergewissen dat het
schaafmes correct is gemonteerd en bewe-
gelijke onderdelen gemakkelijk bewegen.
•
Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens
van het stroomnet alvorens de machine aan
te sluiten.
•
Controleer door zichtcontrole of de toevoer-
en afvoerwalsen (f) gelijkmatig lopen met de
dikteschaven (z. fig. 8).
6. Montage
6.1 Rubber voeten (
fi
g. 1-2)
Fixeer de vier rubber voeten (11) met de meege-
leverde inbusschroeven (37) en sluitringen (36)
aan de onderkant van het apparaat.
6.2 Afdekking van het schaafmes (
fi
g. 1-3)
•
Zet de houder (8) van de afdekking van het
schaafmes op de linkerkant van de afneem-
tafel (14).
•
Fixeer de afdekking van het schaafmes (12)
met de meegeleverde onderlegplaatjes (41),
de vastzetknop (31) en de moer (33).
6.3 Parallelaanslag (
fi
g. 4/5)
•
Zet de houder (25) en de afdekplaat (40) op
aan de voedingstafel.
•
Let erop dat de boringen van de houder en
van de afdekplaat overeenstemmen met de
schroefdraadboringen in de voedingstafel.
•
Schroef de houder en de afdekplaat met be-
hulp van de meegeleverde inbusschroeven
(42) en onderlegplaatjes (43) vast aan de
Anl_TC_SP_204_SPK7.indb 105
Anl_TC_SP_204_SPK7.indb 105
26.09.2016 11:45:28
26.09.2016 11:45:28