spanklemmen (13) los te zetten.
Inbusschroeven (32) losdraaien en
lintzaagbladbescherming (10) afnemen.
7.4.1. Bovenste steunlager (30)
Inbusschroef (33) losdraaien.
Steunlager (30) verschuiven tot het juist niet
meer in contact is met het lintzaagblad (27)
(afstand ca. 0,5 mm)
Inbusschroeven (33) opnieuw aanhalen.
7.4.2. Onderste steunlager (31) afstellen
De afstelling gebeurt analoog met het bovenste
steunlager.
De beide steunlagers (30 + 31) ondersteunen
het lintzaagblad (26) enkel tijdens het snijden.
Tijdens het onbelast draaien van de
zaagmachine mag het lintzaagblad niet in
contact komen met het kogellager.
7.4.3. Bovenste geleidepennen (28) afstellen
Inbusschroef (35) losdraaien.
Houder (36) van de geleidepennen (28)
verschuiven tot de voorrand van de
geleidepennen (28) ca. 1 mm achter de
tandgrond van het lintzaagblad ligt.
Inbusschroef (35) opnieuw aanhalen.
LET OP !
Het lintzaagblad wordt onbruikbaar als
de tanden bij draaiend lintzaagblad de
geleidepennen raken.
Inbusschroeven (37) losdraaien.
De beide geleidepennen (28) naar het
lintzaagblad toe schuiven tot de afstand tussen
de geleidepennen (28) en het lintzaagblad (26)
ca. 0,5 mm bedraagt. (Lintzaagblad mag niet
klemmen)
Inbusschroeven (37) opnieuw aanhalen.
Bovenste lintzaagbladrol (8) meermaals met de
wijzers van de klok mee draaien.
Afstelling van de geleidepennen (28) opnieuw
controleren en, indien nodig, bijregelen.
7.4.4. Onderste geleidepennen (29) afstellen
Inbusschroef (40) losdraaien.
Houder (49) van de geleidepennen (29)
verschuiven tot de voorrand van de
geleidepennen (29) ca. 1 mm achter de
tandgrond van het lintzaagblad ligt.
Inbusschroef (40) opnieuw aanhalen.
LET OP !
Het lintzaagblad wordt onbruikbaar als
de tanden bij draaiend lintzaagblad de
geleidepennen raken.
Inbusschroeven (38) losdraaien.
De beide geleidepennen (29) naar het
lintzaagblad toe schuiven tot de afstand tussen
de geleidepennen (29) en het lintzaagblad (26)
ca. 0,5 mm bedraagt. (Lintzaagblad mag niet
klemmen)
Inbusschroeven (38) opnieuw aanhalen.
Onderste lintzaagbladrol (7) meermaals met de
wijzers van de klok mee draaien.
Afstelling van de geleidepennen (29) opnieuw
controleren en, indien nodig, bijregelen.
LET OP ! Aan het einde van de afstellingen moet
de bovenste (10) en onderste (34)
lintzaagbladbescherming opnieuw worden
aangebracht.
7.5. Bovenste lintzaagbladgeleiding (11) afstellen
(fig. 11)
Vastzethendel (20) losdraaien.
Zaagbladgeleiding (11) door draaien van het
afstelwiel (19) zo dicht mogelijk (afstand ca. 2 à
3 mm) verlagen op het te snijden materiaal.
Vastzethendel (20) opnieuw aanhalen.
De afstelling dient telkens voor het snijden te
worden gecontroleerd of bijgeregeld.
7.6. Zaagbladtafel (15) op 90° afstellen (12/13)
Bovenste lintzaagbladgeleiding (11) naar zijn
hoogste stand brengen.
Vastzethendel (18) losdraaien.
Winkelhaak aanzetten tussen lintzaagblad (26)
en zaagtafel (15).
Zaagtafel (15) door draaien van het afstelwiel
(19) schuin zetten tot de hoek met de zaagband
(27) exact 90° bedraagt.
Vastzethendel (18) opnieuw aanhalen.
Moer (42) losdraaien.
Inbusschroef (41) indraaien tot het machineframe
(26) wordt geraakt.
Moer (42) terug aanhalen om de inbusschroef
(41) vast te zetten.
Pijl (17) gelijk doen liggen met het 0° merkteken
van de graadschaal (16) door de kruiskopschroef
(e) los te draaien.
7.7. Welk lintzaagblad gebruiken ?
Het bij de lintzaagmachine geleverde lintzaagblad is
voorzien voor universeel gebruik. Naargelang de
criteria dient u bij het kiezen van het lintzaagblad
NL
35
BM 240 28.03.2003 9:02 Uhr Seite 35
Содержание BM 240
Страница 4: ...4 3 7 8 5 6 18 16 3 4 32 27 10 30 33 35 28 27 37 28 36 4 16 18 BM 240 28 03 2003 9 02 Uhr Seite 4...
Страница 7: ...7 22 25 23 24 21 BM 240 28 03 2003 9 02 Uhr Seite 7...
Страница 100: ...100 BM 240 28 03 2003 9 02 Uhr Seite 100...
Страница 103: ...103 BM 240 28 03 2003 9 02 Uhr Seite 103...