5. Vóór inbedrijfstelling
De verticuteerder is bij de levering gedemonteerd.
Voor gebruik van de verticuteerder moeten de
opvangkorf en de complete schuifbeugel worden
gemonteerd. Volg de gebruiksaanwijzing stap voor
stap en raadpleeg de illustraties voor een
gemakkelijke assemblage.
Montage van de achterwielen (zie fig. 3 en fig. 4)
n
Schuif de as van de achterwielen de ervoor
voorziene uitsparingen in (fig. 3, pos. A).
n
Bevestig de wielen d.m.v. de bijgeleverde
schroeven. (Fig. 4, pos. 19)
Montage van de schuifbeugelhouders (zie fig. 5
en 6)
n
Verwijder de snelspanhefbomen (fig. 5, pos. 13)
en de sluitring (fig. 5, pos. 17)
n
Schuifbeugelhouder (fig. 5, pos. 7) de
bevestigingsschroef op schuiven. Let erop dat de
welving van de buis (fig. 6, pos. A) aan de
buitenkant is.
n
Breng dan de sluitring terug aan en draai hem
met de snelspanhefboom vast.
LET OP!
Bij de beide schuifbeugelhouders moet
dezelfde hellingshoek worden ingesteld!
Montage van de onderste schuifbeugel (zie fig.
7)
n
De onderste schuifbeugel (fig. 7, pos. 6) moet
over de sc
huifbeugelhouders worden geschoven. Vergeet
daarbij niet de trekontlastingsklem (fig. 7, pos. 4)
voordien de buis op te schuiven.
n
De buizen met elkaar verbinden m.b.v. de
bijgaande schroeven (fig. 7, pos. 18), de
sluitringen (fig. 7, pos. 17) en de
snelspanhefbomen (fig. 7, pos. 13).
Montage van de bovenste schuifbeugel (zie fig. 8
tot fig. 10)
n
Bovenste schuifbeugel (fig. 8, pos. 5) positioneren
zodat de gaten van de bovenste schuifbeugel
overeenstemmen met de gaten van de onderste
schuifbeugel.
n
De buizen met elkaar verbinden m.b.v. de
bijgaande schroeven (fig. 8, pos. 18), de
sluitringen (fig. 8, pos. 17) en de
snelspanhefbomen (fig. 8, pos. 13).
n
Met de bijgaande kabelhouders (fig. 9, pos. 12)
de netkabel op de buizen van de schuifbeugels
vastmaken zodat het openen en sluiten van de
uitwerpklep verzekerd is (fig. 10, pos. 12).
Let op!
Let er goed op dat de uitlaatklep steeds
gemakkelijk kan worden geopend en gesloten!
Montage van de opvangkorf (zie fig. 11-14)
n
De beide stukken van het stangenstelsel
ineenschuiven (fig. 11).
n
De opvangkorf over het metalen stangenstelsel
trekken (fig. 12).
n
De rubberlassen over het metalen stangenstelsel
omslaan (fig. 13).
n
Teneinde de opvangkorf op de verticuteerder
vast te haken heft u de uitlaatklep (fig. 14, pos.
10) met een hand op en pakt u de opvangzak
met de andere hand aan de handgreep vast om
hem van boven vast te haken (fig. 14).
Let op!
Bij het vasthaken van de opvangkorf moet de motor
afgezet zijn en mag de messenwals niet draaien!
Afstellen van de steelhoogte (zie fig. 15)
Zet aan weerskanten van de verticuteerder de
snelspanhefbomen (fig. 15, pos. 13) los.
LET OP!
De steelhoogte mag tijdens de
werkzaamheden op positie 1 of 2 (fig. 15) worden
afgesteld. Haal de snelspanhefbomen terug aan.
LET OP!
Aan weerskanten moet dezelfde
hellingshoek worden afgesteld.
Afstellen van de verticuteerdiepte (zie fig. 16)
De verticuteerdiepte wordt afgesteld via het
verstelmechanisme. Te dien einde de hefboom in
pijlrichting trekken( zie fig. 16) en naar de gewenste
stand (0/ 1/ 2/ 3) brengen. Zorg ervoor dat de
hefboom naar behoren vastklikt!
0 = rij- / of transportstand
I = verticuteerdiepte 3 mm
II = verticuteerdiepte 6 mm
III = verticuteerdiepte 9 mm
Stroomaansluiting
Het gereedschap kan worden aangesloten op elk
stopcontact van het lichtnet met 230 V wisselstroom.
Er is echter slechts één veiligheidsstopcontact
toegestaan die door een leidingveiligheidsschakelaar
voor 16 A moet worden beveiligd. Bovendien dient
een aardlekschakelaar (RCD) met max. 30 mA
opwaarts te zijn geïnstalleerd.
Aansluitkabel van het toestel
Gebruik voor het toestel enkel intacte aansluitkabels.
De aansluitkabel van het toestel mag niet naar
welbelieven lang zijn (max. 50m), omdat anders het
vermogen van de elektrische motor vermindert. De
aansluitkabel van het toestel moet een doorsnede
van 3 x 1,5 mm
2
hebben. Op aansluitkabels van
verticuteerders doen zich bijzonder vaak
37
NL
Anleitung_GE_SA_1435_SPK7__ 24.06.13 08:44 Seite 37