
84
Montage-instructie
|
Docking Station for Ex e version of Polytron® 5000/8000
nl
|
Installatie
2. Scharnierpen uit het Docking Station trekken.
3. Scharnier van het gasmeetinstrument uitlijnen op het scharnier van het
Docking Station en de scharnierpen weer aanbrengen.
Het gasmeetinstrument is bevestigd en kan worden opengeklapt, om
toegang tot de bedrading te verkrijgen.
4. Kabeldoorvoeren van het gasmeetinstrument op het Docking Station
aansluiten.
Bij kabeldoorvoeren met geleiders letten op de klemmentoewijzing .
De vergrendeling van iedere stekker moet vastklikken.
5. Aarddraad op de massa-aansluiting aansluiten (vastdraaimoment 1,2 Nm).
6. Het Docking Station zoals in Hoofdstuk Installatie beschreven bedraden.
7. Elektrische installatie controleren, om er zeker van te zijn dat alle leidingen
correct zijn aangesloten.
8. Het gasmeetinstrument met 4 schroeven en een vastdraaimoment van 8
Nm (70 lb IN.) op het Docking Station vastschroeven. De 4 schroeven
maken deel uit van het leveringspakket (M6 1/4"-zeskant-
cilinderkopschroeven).
6
Installatie
WAARSCHUWING
De elektrische installatie mag alleen door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd. Bij de installatie dient u erop te letten dat de gehele bedrading
voldoet aan de nationale voorschriften inzake installatie van elektrische
apparatuur en, indien van toepassing, dienen bovendien de voorschriften voor
de installatie op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (Ex-gebieden) in
acht te worden genomen. In geval van twijfel dient u voor de installatie contact
op te nemen met de bevoegde instantie.
VOORZICHTIG
Het instrument mag pas op de voedingsspanning worden aangesloten, nadat
de elektrische installatie is voltooid en gecontroleerd is. Nooit aan kabels
trekken om stekkers los te maken.
AANWIJZING
Om de aders op het klemmenblok aan te sluiten, heeft u een schroevendraaier
of het meegeleverde speciale gereedschap nodig.
Bij de installatie letten op het volgende:
– Gebruik vanaf een omgevingstemperatuur van 55 °C elektrische kabels die
minimaal voor temperaturen van meer dan 25 K boven de maximaal te
verwachten omgevingstemperatuur toegelaten zijn.
– Strip de uiteinden van de te installeren bedrading over een lengte van 5-7
mm.
– Minimale aderdoorsnede:
– Polytron SE Ex meetkoppen: 0,7 mm
2
(AWG 21).
– Relaisaansluiting: 1 mm
2
(AWG 18)
– Beperkingen voor in serie geschakelde gastransmitters (HART
?
Multidrop):
2 flexibele aders met een doorsnede van 1 mm
2
(samengeknepen in een
adereindhuls).
– Bij remote installatie mag de afstand tussen het gasmeetinstrument en de
sensoren maximaal 30 m bedragen.
– Bij veldbusuitvoering mogen uitsluitend afgeschermde kabels worden
gebruikt.
Optie
Montage op vlakke ondergrond
Boorsjabloon gebruiken (artikel
45 44 299) en met 4 schroeven (M6 x
10) bevestigen.
Montage op een stang of een balk
Bevestigingsset (artikelnummer
45 44 198)
Montage in een buis/ventilatiekanaal
Buis-aansluitset (artikelnummer
68 12 725)
Voor Polytron
®
57x0 IR / 87x0 IR
Item: 68 12 300