52
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en
laadt u eerst de accu op.
2.
Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
4.
Laad de accu ieder half jaar op als u deze
gedurende een lange tijd niet gebruikt.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen of verwijderen
LET OP:
•
Houd het gereedschap en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en
beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
(zie afb. 1)
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
van het gereedschap af.
• Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het
gereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode
deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de
accuadapter niet goed aangebracht. Breng de
accuadapter zo ver mogelijk aan tot het rode deel niet
meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per
ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in
uw omgeving verwonden.
• Oefen geen grote kracht uit bij het aanbrengen van de
accu. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden
geschoven, wordt deze niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem (lithiumionaccu
met een ster-merkteken) (zie afb. 2)
Lithiumionaccu’s met een ster-merkteken zijn uitgerust
met een beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar het gereedschap uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
• Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de
accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst
afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar
inknijpt.
• Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in
die situatie de accu en laad hem op.
In- en uitschakelen (zie afb. 3)
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, drukt u de uit-
vergrendelknop in en knijpt u de aan/uit-schakelaar in.
Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te
stoppen. De uit-vergrendelknop kan vanaf zowel de
linker- als de rechterkant worden ingedrukt.
Bedrijfslampje (zie afb. 4)
Tijdens gebruik van het gereedschap geeft het
bedrijfslampje de toestand van de acculading aan.
In het geval het gereedschap overbelast is en tijdens
gebruik is gestopt, brandt het bedrijfslampje rood.
Raadpleeg onderstaande tabel voor de toestand van de
accu en het gereedschap, alsmede de te nemen
maatregelen voor iedere status van het bedrijfslampje.
Opmerking 1: Het moment waarop het bedrijfslampje gaat branden varieert met de temperatuur in het werkgebied en de
toestand van de accu.
010970
Status van bedrijfslampje
Toestand van accu/gereedschap
Te nemen maatregelen
Het bedrijfslampje knippert rood.
Dit geeft het juiste tijdstip aan om de
accu te vervangen wanneer de accu
bijna leeg is.
Laad de accu zo spoedig mogelijk op.
Het bedrijfslampje brandt rood.
(Opmerking 1)
Deze functie treedt in werking wanneer
de acculading bijna opgebruikt is. Op dat
moment stopt het gereedschap
onmiddellijk.
Laad de accu op.
Het bedrijfslampje brandt rood.
(Opmerking 1)
Het gereedschap stopt automatisch als
gevolg van overbelasting.
Schakel het gereedschap uit.