62
Tips voor een maximale levensduur van de accu
1.
Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het gereedschap is afgenomen.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder
lang meegaan.
3.
Laad de accu op bij een kamertemperatuur
tussen 10°C en 40°C. Laat een warme accu
afkoelen alvorens hem op te laden.
4.
Laad de accu zeker elk half jaar een keer op, ook
als u deze geruime tijd lang niet gebruikt.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap af te stellen of te controleren.
Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 1)
LET OP:
• Schakel altijd het gereedschap uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
•
Houd het gereedschap en de accu stevig vast
wanneer u de accu aanbrengt of verwijdert.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, zou er iets uit uw handen kunnen glippen,
met mogelijke schade aan het gereedschap of de accu
en kans op lichamelijk letsel.
Om de accu te verwijderen, schuift u deze uit het
gereedschap los terwijl u de knop voorop de accu
ingedrukt houdt.
Voor het aanbrengen van de accu plaatst u de tong van
de accu in de groef van de behuizing en schuift u de
accu op zijn plaats. Schuif de accu er altijd volledig in
totdat die op zijn plaats vast klikt. Wanneer de rode
indicator op de bovenkant van de knop nog zichtbaar is,
zit de accu niet volledig erin.
LET OP:
• Schuif de accu volledig erin totdat de rode indicator niet
meer zichtbaar is. Als u dit nalaat, zou de accu uit het
gereedschap kunnen vallen en uzelf of anderen
kunnen verwonden.
• Druk de accu er niet met kracht in. Als de accu er niet
soepel in gaat, houdt u die waarschijnlijk in de
verkeerde stand.
OPMERKING:
• Het gereedschap werkt niet op een enkele accu.
Gereedschap/accu-beveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap/accu-
beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch
de stroom naar de motor uit om de levensduur van het
gereedschap en de accu te sparen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch
stoppen wanneer het gereedschap en/of de accu aan
één van de volgende omstandigheden wordt
blootgesteld. Onder bepaalde omstandigheden lichten
de verklikkerlampjes op.
Overbelastingsbeveiliging
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
een abnormaal hoge stroomsterkte vergt, zal het
gereedschap automatisch zonder enige waarschuwing
stoppen. In dat geval schakelt u het gereedschap uit en
verhelpt u de oorzaak van de overbelasting. Vervolgens
schakelt u het gereedschap weer in om door te werken.
Oververhittingsbeveiliging voor de accu/het
gereedschap
Wanneer de accu/het gereedschap oververhit raakt,
stopt het gereedschap automatisch zonder enige
waarschuwing. Dan start het gereedschap niet, ook als u
de trekkerschakelaar indrukt. In dat geval laat u de accu/
het gereedschap even afkoelen, voordat u het
gereedschap opnieuw inschakelt.
OPMERKING:
• De oververhittingsbeveiliging voor de accu werkt alleen
voor accu’s met een stermarkering.
(Fig. 2)
Overontladingsbeveiliging (Fig. 3)
Wanneer de accu nog maar weinig stroom kan leveren,
gaat het accuverklikkerlampje knipperen aan de kant van
de betreffende accu. Als u dan doorgaat met werken,
stopt het gereedschap en blijft het accuverklikkerlampje
ongeveer 10 seconden lang branden. In dat geval laadt u
de accu opnieuw op.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 4)
LET OP:
• Alvorens de accu in het gereedschap te installeren,
controleert u eerst of de trekkerschakelaar goed werkt
en na loslaten terugkeert naar de uit-stand.
Deze machine is voorzien van een ontgrendelknop, om
te voorkomen dat de trekschakelaar per ongeluk wordt
ingedrukt.
Om de machine te starten, drukt u de ontgrendelknop in
en daarna drukt u de trekschakelaar in. Om de machine
te stoppen, laat u de trekschakelaar los.
De werking van de kettingrem controleren (Fig. 5)
OPMERKING:
• Als de kettingzaag niet kan worden gestart, moet u de
kettingrem loszetten. Trek de beschermkap van de
voorhandgreep naar achteren tot u voelt dat deze
aangrijpt.
Houd de kettingzaag met beide handen vast bij het
inschakelen.
Houd de bovenhandgreep met uw rechterhand vast en
de voorhandgreep met uw linkerhand. Het zaagblad en
de ketting mogen geen enkel voorwerp aanraken.
Druk eerst de ontgrendelknop in en knijp daarna de
trekschakelaar in.
De zaagketting begint onmiddellijk te draaien.
Duw de beschermkap van de voorhandgreep naar voren
met de rug van uw hand. De zaagketting moet
onmiddellijk tot stilstand komen.
LET OP:
• Als de zaagketting niet onmiddellijk tot stilstand komt
wanneer deze controle wordt uitgevoerd, mag de
kettingzaag onder geen beding worden gebruikt. Neem
contact op met een in DOLMAR gespecialiseerde
reparatiedienst.