54
NL
als ze worden ingeslikt. Houd alle onderdelen buiten bereik
van kinderen en dieren.
1. Bewaar de Intelligent Flight Battery en afstandsbediening op een
koele, droge plaats buiten bereik van direct zonlicht om ervoor
te zorgen dat de ingebouwde LiPo-accu NIET oververhit raakt.
Aanbevolen opslagtemperatuur: tussen 22° en 28 °C (71° en
82 °F) voor opslagperiodes van meer dan drie maanden. Sla het
product nooit op in omgevingen buiten het temperatuurbereik
van 0° tot 45 °C (32° tot 113 °F).
2. Zorg ervoor dat de camera NIET in contact komt met water of
andere vloeistoffen, of hierin wordt ondergedompeld. Als het nat
wordt, dient het met een zachte, absorberende doek te worden
afgedroogd. Het inschakelen van een drone die in het water is
gevallen kan blijvende schade aan de onderdelen veroorzaken.
Gebruik GEEN producten op basis van alcohol, benzeen,
verdunners of andere brandbare stoffen voor het reinigen en
onderhoud van de camera. Sla de camera NIET op in vochtige
of stoffige omgevingen.
3. Sluit dit apparaat NIET aan op een USB-interface die ouder is
dan versie 2.0. Sluit dit product niet aan op een "power USB" of
soortgelijke apparaten.
Onderhoud
1. Controleer elk onderdeel van de drone na elke neerstorting of
krachtige botsing. Als je problemen of vragen hebt, neem dan
contact op met een door DJI erkende dealer.
2. Raadpleeg de Veiligheidsrichtlijnen voor Phantom 4-serie
Intelligent Flight voor meer informatie over de accu en het
onderhoud.
Vereisten voor vluchtcondities
Weersomstandigheden en omgeving
Het vliegtuig is ontworpen om te functioneren bij goede tot
matige weersomstandigheden. Om botsingen, ernstig letsel en
materiële schade te voorkomen, dien je de volgende regels in
acht te nemen:
1. Gebruik het vliegtuig NIET bij extreme
weersomstandigheden. Hieronder vallen een windsnelheid
van meer dan 10 m/s (22,4 mph), sneeuw, regen, smog,
sterke wind, hagel, bliksem, tornado's of orkanen.
2. Houd het toestel tijdens de vlucht op ten minste 10 meter
(30 ft) afstand van obstakels, mensen, dieren, gebouwen,
openbare infrastructuur, bomen en water. Houd bij een
grotere hoogte nog meer afstand van de bovengenoemde
voorwerpen of obstakels.
3. Wees EXTRA voorzichtig bij het bedienen van de drone in
een gebouw. Sommige functies van de drone, met name de
stabilisatiefunctie, kunnen worden beïnvloed.
1. De prestaties van de drone en de accu zijn afhankelijk van
omgevingsfactoren zoals de luchtdichtheid en temperatuur.
a. Wees zeer voorzichtig bij het vliegen op 6000 meter (20.000
ft) of meer boven de zeespiegel daar de prestaties van accu
en de drone kunnen verminderen.
2. Gebruik de drone NIET in de buurt van ongelukken,
brand, explosies, overstromingen, tsunami's, lawines,
grondverschuivingen, aardbevingen, stof of zandstormen.
Interferentie communicatie
1. Vlieg in open gebieden. Hoge gebouwen, stalen constructies,
bergen, stenen en zelfs bomen kunnen de nauwkeurigheid
van het on-board-kompas beïnvloeden en het GPS-signaal
blokkeren.
2. Voorkom interferentie van andere draadloze apparatuur, omdat
dat van invloed kan zijn op de afstandsbediening. Zorg ervoor
dat je wifi op je mobiele apparaat uitschakelt.
3. Vlieg NIET in de buurt van gebieden met magnetische
of radiostoringen. Deze omvatten, maar zijn NIET
beperkt tot: hoogspanningsleidingen, grootschalige
stroomtransmissiestations of mobiele basisstations en
zendmasten. Als je dit niet doet, kan dit ten koste gaan van
de transmissiekwaliteit van dit product of kan dit externe
besturings- en videotransmissiefouten veroorzaken die van
invloed kunnen zijn op de vluchtrichting en nauwkeurigheid
van de plaatsbepaling. De drone kan zich vreemd gedragen of
onbestuurbaar worden in gebieden met te veel interferentie.
De drone verantwoord besturen
Om ernstig letsel en materiële schade te voorkomen, dien je de
volgende regels in acht te nemen:
1. Zorg ervoor dat je niet dronken, onder invloed van drugs
of verdoving bent, of lijdt aan duizeligheid, vermoeidheid,
misselijkheid of andere aandoeningen, hetzij lichamelijk of
geestelijk, die nadelige gevolgen kunnen hebben voor je
geschiktheid om de drone veilig te besturen.
2. Als je de linkerstick naar de onderste binnenhoeken trekt
terwijl je tegelijkertijd op de RTH-knop drukt, stopt de motor
wanneer het toestel in de lucht is. De landingsfunctie van de
drone wordt niet geactiveerd. Voer de hierboven genoemde
opdrachtcombinatie ALLEEN uit in een noodsituatie. Je kunt
deze opdrachtcombinatie uitschakelen via de DJI GO 4-app.
3. Schakel de drone na het landen eerst uit, en schakel dan de
afstandsbediening uit.
4. Zorg ervoor dat je GEEN gevaarlijke ladingen laat vallen,
lanceert, afvuurt of op andere wijze richt op of bij gebouwen,
personen of dieren, of die kunnen leiden tot persoonlijk
letsel of schade aan eigendommen.
5. Gebruik GEEN drone die is gecrasht, een klap heeft
opgevangen of die zich niet in een goede staat bevindt.
1. Zorg ervoor dat je voldoende training hebt gehad en dat je
een plan hebt voor noodsituaties of voor wanneer een ongeval
plaatsvindt.
2. Zorg ervoor dat je een vluchtplan hebt en bestuur de drone
nooit roekeloos.
3. Respecteer de privacy van anderen bij het gebruik van
de camera. Zorg ervoor dat je voldoet aan de plaatselijke
voorschriften en wetten, voorschriften, normen en waarden.
4. Gebruik dit product NIET om een andere reden dan het
algemeen persoonlijk gebruik. Gebruik het toestel NIET voor
onwettige of ongepaste doeleinden (zoals spionage, militaire
operaties of ongeoorloofde onderzoeken).
5. Gebruik dit product NIET voor het te schande maken,
misbruiken, aanvallen, stalken, bedreigen of anderszins
schenden van de wettelijke rechten (zoals het recht op privacy
en publiciteit) van anderen.
6. Betreed het particuliere eigendom van anderen niet
wederrechtelijk.
Vluchtmodi, functies en waarschuwingen
Vluchtmodi
Om ernstig letsel en materiële schade te voorkomen, dien je de
volgende regel in acht te nemen:
1. Schakel NIET vanuit de P-modus naar de A-modus of
S-modus, tenzij je voldoende vertrouwd bent met gedrag
van de drone in elke vluchtmodus, daar het uitschakelen
van het GPS kan resulteren in het niet veilig kunnen landen
van de drone.
De P-modus of S-modus genieten de voorkeur voor de meeste
vluchtscenario's. Gebruikers kunnen overschakelen naar de
A-modus als P-modus of S-modus niet beschikbaar zijn. Neem
bij het vliegen in de A-modus extra voorzorgsmaatregelen omdat
sommige functies niet beschikbaar zijn in de A-modus.
1.
P-modus (positiebepaling):
De P-modus werkt het beste