Dibo SBH-G-D, Оригинальное руководство пользователя

Страница: 52 / 225

NL
BRanDeR BR1000G - InstRuCtIes en VooRsChRIften
DiBO 52
29
Reden:
De roet werkt als een isolator. De gegenereerde energie kan slechts onvolledig worden afgegeven aan het water.
De rookgaskanalen in de verwarmingsslang zijn nagenoeg compleet verstopt door roet. De verbrandingsruimte wordt totaal
oververhit.
Als deze toestand langer duurt, brandt de binnenmantel en later ook de buitenmantel door.
Oplossing: Verwarmingsslang demonteren en reinigen met een hogedrukreiniger.
De aanpak wordt beschreven in de gebruiksaanwijzing op pag. 10, pos. 14.5.
3.1.3 De binnenbuis heeft losgelaten van het binnendeksel.
Rookgastemperatuur ver boven 220 °C,
Temperatuur van de buitenmantel stijgt boven 60 °C.
De maximaalthermostaat schakelt uit.
De brander kan niet meer correct worden ingesteld.
Oorzaak kan een door watergebrek veroorzaakte oververhitting zijn.
De binnenbuis valt naar beneden. De rookgassen nemen de korte weg door het bovenste verwarmingsslangbereik en
verlaat de verbrandingsruimte door de schoorsteen, zonder de energie af te geven.
3.1.4 De binnenmantel en - of het binnendeksel is (zijn) doorgebrand.
Rookgastemperatuur ver boven 220 °C,
Temperatuur van de buitenmantel stijgt boven 60 °C.
De maximaalthermostaat schakelt uit.
De brander kan niet meer correct worden ingesteld.
Redenen hiervoor kunnen zijn: Vanwege watergebrek ontstane oververhitting, agressieve omgevingslucht,
die door de compressor worden aangezogen (chloor, fluor, alle mogelijke stoffen, de eigen emissie etc.).
3.2 Water wordt ondanks de ingestelde temperatuur te heet.
Rookgastemperatuur ver boven 220 °C,
Temperatuur van de buitenmantel stijgt boven 60 °C.
Watertemperatuur komt in het vaporisatiebereik,
De maximaalthermostaat schakelt uit.
Verbindingsslangen raken oververhit en springen.
Primaire reden: De regelthermostaat heeft een gestoorde werking, sensor en digitale temperatuurregelaar controleren en
eventueel vervangen.
Secundaire reden:
De opening van het mondstuk van de waterlans is vernauwd. Mondstuk openen of vervangen.
Het uitschakelpunt van de stromingsschakelaar is te laag ingesteld, instelling corrigeren.
3.3. Water ontsnapt aan de onderste naden van de buitenmantel.
3.3.1 De verwarmingsslang is gescheurd.
Rookgastemperatuur normaal.
Slecht, niet instelbaar roetbeeld
Het rookgas is verzadigd met waterdamp, zodat geen roetbild tot stand komt.
Oplossing: Verwarmingsslang vervangen door een nieuwe. Dit proces wordt beschreven in de gebruiksaanwijzing onder 14.5.
3.3.2 Overmatige condensaatvorming
Rookgastemperatuur normaal.
Slecht, niet instelbaar roetbeeld.
Er ontsnapt vloeistof uit de naden van de buitenmantel.
Het rookgas is verzadigd met waterdamp, zodat geen roetbild tot stand komt.
Redenen: De doorstromende hoeveelheid water is veel te groot voor de brander. ( <18 liter/min. )
Het ingangswater is zeer koud.
Ongunstige weersomstandigheden, hoge luchtvochtigheid.