NEDERLANDS
89
e)
Gebruik altijd onbeschadigde wielflenzen
van de juiste grootte en vorm voor het
wiel van uw keuze.
De juiste wielflenzen
ondersteunen het wiel en verminderen zo de
mogelijkheid dat het wiel breekt. Flenzen voor
snijdwielen kunnen verschillen van wielflenzen
voor slijpen.
f)
Gebruik geen versleten wielen van grotere
elektrische gereedschappen
.
Een wiel dat is
bedoeld voor een groter elektrisch gereedschap
is niet geschikt voor de hogere snelheid van een
kleiner gereedschap en kan barsten.
Aanvullende
veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor schurende snijdhandelingen
a)
Laat het snijdwiel niet ”vastlopen” en oefen
er geen extreme druk op uit. Probeer
geen extreme diepte of snede te maken.
Het overbelasten van het wiel vergroot de
belasting en ontvankelijkheid voor het blokkeren
of vastlopen van het wiel in de snede, en de
mogelijkheid van terugslag of wielbreuk.
b)
Plaats uw lichaam niet op een lijn met
en achter het ronddraaiende wiel.
Als het
wiel tijdens de bediening van uw lichaam
vandaan beweegt, kan de mogelijke terugslag
het draaiende wiel doen wegschieten en het
elektrische gereedschap direct in uw richting
doen komen.
c)
Als het wiel blokkeert of als een snede om
een bepaalde reden wordt onderbroken,
schakelt u het elektrische gereedschap uit
en houdt u het vast zonder te bewegen
totdat het wiel volledig tot stilstand is
gekomen. Probeer nooit een snijdwiel uit
de snede te verwijderen terwijl het wiel in
beweging is, anders kan zich een terugslag
voordoen.
Zoek naar de oorzaak van het
blokkeren en neem de geschikte maatregelen
om dit op te heffen.
d)
Start de zaaghandeling niet opnieuw op
in het werkstuk. Laat het wiel op volledige
snelheid komen en steek het voorzichtig
nogmaals in de snede.
Het wiel kan blokkeren,
weglopen of terugslaan als het gereedschap
opnieuw wordt opgestart in het werkstuk.
e)
Ondersteun panelen of enig ander erg
groot werkstuk om te het risico dat het wiel
vastloopt of terugslaat te verminderen.
Grote
werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
doorzakken. De ondersteuningen moeten
aan beide zijden worden geplaatst onder het
werkstuk, dicht bij de zaaglijn en aan beide
randen.
f)
Wees bijzonder voorzichtig wanneer u
invallend zaagt op bestaande muren of
andere verborgen gedeelten.
Het uitstekende
wiel kan gas- of waterbuizen, elektrische
bedrading of objecten snijden die een terugslag
veroorzaken.
Veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor schuurwerkzaamheden
a)
Gebruik geen schuurschijfpapier dat
veel te groot is. Volg de aanbevelingen
van de fabrikant op bij het uitkiezen van
schuurpapier.
Groter schuurpapier dat uit het
schuurkussen steekt, veroorzaakt gevaar van
openrijten en kan beknelling of scheuren van de
schijf of terugslag veroorzaken.
Veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor metaalborstelen
a)
Wees ervan bewust dat metalen haartjes
worden uitgeworpen zelfs tijdens normale
bediening. Zet niet teveel kracht op de
borstelharen door een te grote druk op de
borstel uit te oefenen.
De borstelharen dringen
gemakkelijk door in lichte kleding en/of de huid.
b)
Als het gebruik van een beveiliging wordt
aanbevolen voor metaalborstelen, zorg dan
dat er geen contact is tussen het draadwiel
of de metaalborstel en de beveiliging.
Het
draadwiel of de borstel kan in diameter groter
worden als gevolg van centrifugale krachten.
Overige risico’s
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige
risico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
– Gehoorbeschadiging
– Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende
deeltjes.
– Risico op brandwonden als gevolg van
accessoires die tijdens het gebruik heet worden.
– Risico op persoonlijk letsel als gevolg van
langdurig gebruik.
– Risico van stof dat van gevaarlijke stoffen
vrijkomt.
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het
gereedschap vermeld:
Содержание DWEN201
Страница 1: ...DWEN201 www eu ...
Страница 3: ...1 f a c d b Figure 1 ...
Страница 4: ...2 h i g n Figure 3 A B h h i n n i j Figure 4 j Figure 2 c k l m l g j g g ...
Страница 5: ...3 Figure 5 d e e ...