N E D E R L A N D S
nl - 3
27
Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik verlengsnoeren alleen in uiterste noodzaak.
Gebruik een goedgekeurd snoer dat beantwoordt
aan het vermogen van de oplader (zie technische
gegevens). De minimum geleiderdikte is 0,5 mm
2
;
de maximum snoerlengte is 30 m.
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in
acht en houdt u aan de geldende
voorschriften.
Accu (fig. A)
Opladen
Als u de accu voor de eerste keer of na langdurige
opslag oplaadt, zal deze slechts voor ca. 80%
worden opgeladen. Na een aantal laad- en ontlaad-
cycli wordt de accu echter compleet opgeladen.
Controleer altijd de netspanning, voordat u de accu
oplaadt. Als de netspanning normaal aanwezig is,
maar de accu niet wordt opgeladen, breng dan uw
oplader naar een erkend D
E
WALT Service-center.
Tijdens het opladen kunnen oplader en accu warm
aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Laad de accu niet op bij
omgevingstemperaturen < 4 °C of > 40 °C.
Aanbevolen oplaadtemperatuur:
ca. 24 °C.
• Plaats de accu (4) in de oplader (1) zoals
weergegeven en steek de stekker van de oplader
in het stopcontact. Let erop dat de accu goed in
de oplader zit. De rode oplaad-indicatie (2) begint
te knipperen en de zoemer weerklinkt eenmaal.
Als het opladen voltooid is, blijft de oplaad-
indicatie branden en weerklinkt de zoemer
gedurende 2 seconden.
• De accu is nu volledig opgeladen en de oplader
schakelt automatisch over naar de
compensatiestand. Na ongeveer 4 uur schakelt
de oplader uiteindelijk naar de druppellaadstand.
De accu kan op elk gewenst moment uit de
oplader worden gehaald of voor onbepaalde tijd in
de op het net aangesloten oplader blijven zitten.
• De rode oplaad-indicatie (2) begint snel te
knipperen en de zoemer weerklinkt continu als
het laden problemen oplevert. Steek de accu
opnieuw in de oplader of probeer een andere
accu. Breng, indien nodig, uw oplader naar een
erkend D
E
WALT Service-center.
• Als de gele temperatuurindicatie (3) oplicht, is het
oplaadproces onderbroken omdat de oplader te
heet is. De oplader gaat verder met opladen als
hij is afgekoeld.
• Sommige energiebronnen (zoals generatoren of
spanningsomvormers) kunnen tijdelijke
laadproblemen veroorzaken. De rode oplaad-
indicatie (2) knippert dan tweemaal snel en de
oplader schakelt uit. Dit kan meerdere malen
voorkomen. Zodra het mogelijk is, schakelt de
oplader automatisch weer naar de laadstand.
Onderhoud
Uw oplader is ontworpen om gedurende lange tijd
probleemloos te functioneren met een minimum aan
onderhoud. Een juiste behandeling en regelmatige
reiniging van de machine garanderen een hoge
levensduur.
Reiniging
• Trek de stekker van de oplader uit het
stopcontact voordat u de behuizing met een
zachte doek reinigt.
• Houd de ventilatiesleuven vrij en maak de behuizing
regelmatig schoon met een zachte doek.
Het milieu
Oplaadbare accu
De duurzame accu moet worden opgeladen, zodra
deze niet meer genoeg energie levert voor
werkzaamheden die daarvóór nog moeiteloos
konden worden verricht. Versleten accu’s dienen op
milieubewuste wijze te worden verwijderd:
Содержание DE9117
Страница 1: ... DE9117 ...
Страница 3: ...A 3 2 4 1 ...