97
NEDERLANDS
7 BEDIENING
(1) Opname
CH
MHz
TUNED
STEREO
AUTO
TIMER
BAND
/ RDS
MEMORY
/ SET
DOWN
UP
PRESET / TUNING
PHONES
FUNCTION
VOLUME
SOURCE DIRECT
MODE
ON / STANDBY
STEREO RECEIVERER DRA-201SA
3
7
5
2
1
2
3
PROG /
DIRECT
SYSTEM
POWER
OFF
ON
2
PTY
STOP
PLAY
VOLUME
/SELECT
SLEEP
MODE
TAPE
FUNCTION
PRESET
+
-
TUNER
CD
MD
3
5
3
Draai de FUNCTION-schijf op het hoofdtoestel
of druk op de FUNCTION-toets van de
afstandsbediening om de functiebron voor de
weergave te selecteren.
• De functie verandert als volgt.
✻
Wanneer u de schijf naar links (
.
) draait,
verandert de functie in omgekeerde volgorde.
CD
MD
TAPE
AUX-2
PHONO
TUNER
DVD/AUX
FUNCTION
FUNCTION
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
4
Start de weergave op de gekozen component.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
component voor bedieningsinstructies.
5
Regel het volume.
6
Stel de BALANCE-, BASS- en TREBLE-regelaars
in en stel LOUDNESS naar wens in.
✻
Zie “(3) De verschillende modi instellen” op
pagina 97, 98 voor instructies over het
regelen.
7
De source direct-functie gebruiken:
Zet de SOURCE DIRECT-toets op “ON”.
VOLUME
VOLUME
/SELECT
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
(Hoofdtoestel)
1
Controleer of alle aansluitingen juist zijn.
2
Schakel de spanning in.
• De indicator is eerst rood en knippert;
vervolgens wort hij groen en stopt met
knipperen (blijft branden).
(Hoofdtoestel)
ON / STANDBY
SYSTEM
POWER
ON
(Afstandsbediening)
2
Ingeschakelde/standby-modus en
functiegeheugen
B
Wanneer u met de afstandsbediening de
DRA-201SA vanuit de standby-modus
inschakelt, wordt de functie ingesteld die
actief was toen u het toestel in standby
zette. (Laatste geheugenfunctie)
B
Als de functie niet meer in het geheugen
zit, wordt “CD” ingesteld zodra de DRA-
201SA wordt ingeschakeld.
(3) De verschillende modi instellen
[1] Lage en hoge tonen regelen
CH
MHz
TUNED
STEREO
AUTO
TIMER
BAND
/ RDS
MEMORY
/ SET
DOWN
UP
PRESET / TUNING
PHONES
FUNCTION
VOLUME
SOURCE DIRECT
MODE
ON / STANDBY
STEREO RECEIVERER DRA-201SA
2 1
STOP
PLAY
VOLUME
/SELECT
SLEEP
MODE
TAPE
FUNCTION
PRESET
+
-
1
2
1
2
Druk op de MODE-toets totdat de modus die u
wilt regelen op het display verschijnt (“BASS”
of “TREBLE”).
Draai de FUNCTION-schijf op het hoofdtoestel
of druk op de SELECT-toetsen van de
afstandsbediening.
BASS
Playback
function source
SPEAKER
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SPEAKER
Playback function source
MODE
(Hoofdtoestel)
MODE
(Afstandsbediening)
FUNCTION
VOLUME
/SELECT
(Hoofdtoestel)
(Afstandsbediening)
• Lage of hoge tonen versterken:
Draai de schijf naar rechts (
,
) of druk op
de
D
-toets.
Lage of hoge tonen afzwakken:
Draai de schijf naar links (
.
) of druk op de
H
-toets.
• U kunt de lage en hoge tonen van –12 tot 0
tot +12 instellen in stappen van 2. Bij 0 is de
respons vlak.
• Bij iedere druk op de toets verandert de
modus als volgt:
✽
Wanneer de source direct-modus is
ingeschakeld, verandert de modus zoals
hieronder aangegeven (de BASS en TREBLE-
regelmodi kunt u niet selecteren).
SOURCE DIRECT
(2) Opname
1
Volg stap 1 tot 4 in “(1) Weergave”.
2
Begin de opname op het cassettedeck of MD-
recorder.
Voor instructies verwijzen wij u naar de
gebruiksaanwijzing van het component.
• De instelling van VOLUME, BALANCE, BASS,
TREBLE, LOUDNESS heeft geen invloed op
de opname.
• Wanneer de functiebron op “MD” staat,
wordt opgenomen van de MD-recorder naar
het cassettedeck. Wanneer de functiebron op
“TAPE” staat, wordt opgenomen van het
cassettedeck naar de MD-recorder.