Gebruikte luidsprekers
Audiokabel
Impedantie
Aansluiten van de luidsprekerkabel
4
NEDERLANDS
Kabelaanduidingen
De set op het rek plaatsen
De aansluitschema’s op de volgende bladzijden veronderstellen het gebruik van de volgende optionele
aansluitkabels (niet bijgeleverd).
Analoge aansluiting (stereo)
R
L
R
L
Penstekkerkabel
(Wit)
(Rood)
Signaalrichting
Audiosignaal
IN
OUT
OUT
IN
Aansluiting van de audio-apparatuur
OPMERKING:
•
•
•
•
•
Waarschuwingen voor het weergeven van
SA-bronnen:
Wanneer u gewone luidsprekers gebruikt die
niet compatibel zijn met SA-bronnen (DVD
Audio-discs, Super Audio CD´s en andere
bronnen met componenten voor hoge tonen
boven het hoorbaar bereik) zet u de
eigenschappen van de speler (DVD Audio-
speler, Super Audio CD-speler enz.) op gebruik
met gewone luidsprekers (of versterkers).
De luidsprekers kunnen worden beschadigd
wanneer u het volume te hoog instelt bij de
weergave van SA-bronnen.
Zie de gebruiksaanwijzing bij de speler voor
instructies over het instellen van de speler.
8 ~ 16
Ω
/ohms
Beide A en B
Aansluitingen
Aansluiten van de luidsprekers
Luidsprekerimpedantie
Gebruik luidsprekers met impedantie binnen de
onderstaand weergegeven bandbreedtes en in
overeenstemming met hun vereisten.
4 ~ 16
Ω
/ohms
Alleen A of B
Verbind de luidsprekeraansluitingen met de
luidsprekers, ervoor zorgend dat de polariteiten
overeenstemmen
(
op , op ).
OPMERKING:
Wees voorzichtig bij het aansluiten en zorg
dat de afzonderlijke stroomdraden van de
luidsprekerkabel niet in contact komen met
naastgelegen aansluitingen, met stroomdra-
den van andere luidsprekerkabels of met het
achterpaneel en de schroeven.
Raak de luidsprekeraansluitingen NOOIT aan
terwijl de spanning is ingeschakeld. Dit kan
resulteren in elektrische schokken.
Opmerking betreffende de
luidsprekerimpedantie
Wanneer u luidsprekers gebruikt met een
lagere impedantie dan de aangegeven waarde
(bijvoorbeeld 4
Ω
/ohms) en voor langere
perioden met een hoog volume afspeelt, kan
het zijn dat de temperatuur toeneemt waardoor
het beveiligingscircuit wordt ingeschakeld.
Wanneer het beveiligingscircuit wordt
ingeschakeld, wordt de weergave van de
luidsprekers onderbroken en knippert de
spanningsindicator. In dit geval trekt u het
netsnoer uit, laat u het toestel afkoelen en
verbetert u de ventilatie rond het toestel.
Controleer eveneens de bedrading van de
ingangskabels en de luidsprekerkabels.Steek
daarna het netsnoer terug in en schakel de
spanning van het toestel opnieuw in.
Als het beveiligingscircuit nogmaals in werking
treedt, hoewel er geen problemen zijn met de
bedrading of de ventilatie van het toestel, scha-
kel de spanning dan uit en neem contact op met
een DENON PROFESSIONAL-servicecentrum.
1. Zet los door naar links te
draaien.
Draai de kerndraden goed in elkaar of
snijd de overtollige draad af.
2. Steek het kabel in.
3. Zet vast door naar rechts
te draaien.
Steek het netsnoer pas in nadat alle aanslui-
tingen zijn gemaakt.
Lees tijdens het aansluiten ook de handlei-
dingen van de andere componenten.
Zorg dat u de linkse en rechtse kanalen juist
aansluit (links op links, rechts op rechts).
Bundel de netsnoeren niet samen met de
luidsprekerkabels. Dit kan een zoemend ge-
luid of ruis tot gevolg hebben.
Stel het volume niet hoger is als er geen pla-
tenspeler aan de PHONO ingangsaansluitin-
gen is aangesloten. Dit kan zoemen of ruis tot
gevolg hebben.
Als geen platenspeler is aangesloten dient
de kortsluitingstekker in de eenheid geplaatst
te blijven.
Deze set wordt bevestigd op de bevestigingsteunen (links, rechts en onder) en wordt vanuit de fabriek
verzonden.
U kunt de set met behulp van deze steunen op het rek plaatsen.
1. Installeer de set op het rek.
2. Draai vier meegeleverde schroeven door de rechter- en linkergaten in de steun vast in het rek om de
set te bevestigen.
• Zorg er, bij het installeren van de unit op het rek, voor dat er genoeg ruimte om de unit heen zit voor
ventilatie. Ten minste 10 cm aan de zijkanten, 15 cm aan de achterkant en 30 cm boven de unit.
• Verwijder, voor normale ventilatie tijdens gebruik, de achterkant van het rek of open een ventilatieop-
ening.
• Als de luchtstroom niet voldoende is, zal de unit binnenin heet worden waardoor vuur kan ontstaan.
• Om ervoor te zorgen dat de interne tempratuur niet te hoog wordt, is deze unit voorzien van ventila-
tieopeningen aan de bovenkant, onderkant en achterkant. Blokkeer deze openingen niet. Geblokkeerde
ventilatieopeningen kunnen brandgevaar vormen.
NEDERLANDS