NEDERLANDS
NEDERLANDS
Aan de slag
Aan de slag
Namen en functies van onderdelen
Frontpaneel
w e
q
r
t
y
u
i
o
!0
!1
!2
!3
LEFT
RIGHT
TAPE-2 / MD
TAPE-1 / CD-R
PHONO
CD
TUNER
DVD / AUX
INTEGRATED AMPLIFIER
DN-A100
BALANCE
TREBLE
BASS
SPEAKERS
LOUDNESS
SOURCE DIRECT
VOLUME
PHONES
ON / STANDBY
OFF
INPUT SELECTOR
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
+
-
+
-
PROFESSIONAL
MIN
MAX
q
Spannings-indicator
Wijzigt als volgt overeenkomstig de status van
de DN-A100.
• Gedurende enkele seconden na het
inschakelen van de spanning: rood
(knipperend)
• Wanneer de spanning is ingeschakeld: groen
• In standby: rood
• Wanneer de spanning is uitgeschakeld: Uit
w
Spannings-schakelaar
(
¢
ON/STANDBY
£
OFF )
Zet de schakelaar op “
¢
ON/STANDBY” om de
spanning in te schakelen en op “
£
OFF” om de
spanning uit te schakelen.
e
Koptelefoonaansluiting (PHONES)
r
BASS-regelknop
t
TREBLE-regelknop
y
BALANCE-regelknop
u
VOLUME-regelknop
i
INPUT SELECTOR-knop
Gebruik dit om naar de door u gewenste bron te
luisteren.
o
Ingangsindicator
De geselecteerde invoer wordt met een oranje
indicator weergegeven.
!0
SOURCE DIRECT-Schakelaar
Wanneer u dit op “
¢
ON” instelt, gaan de
signalen niet via het toonregelcircuit (lage
tonen, hoge tonen, balans en loudness)
waardoor een hogere geluidskwaliteit wordt
weergegeven.
Wanneer u dit op “
£
OFF” instelt, kunt u het
geluid volgens uw voorkeur aanpassen.
!1
LOUDNESS-Schakelaar
Zet dit op “
¢
ON” wanneer u luistert met laag
volume om het geluid van de lage en de hoge
tonen, dat bij een laag volume moeilijk hoorbaar
is, te versterken en een natuurlijker geluid te
verkrijgen.
!2
SPEAKERS A/B-Schakelaars
• Wanneer A (of B) op “
¢
ON” staat, wordt het
geluid weergegeven via de luidsprekers
aangesloten op de uitgangsaansluitingen van
luidspreker A (of B).
• Wanneer A en B op “
¢
ON” staan, wordt het
geluid weergegeven via de luidsprekers
aangesloten op de uitgangsaansluitingen van
beide luidsprekers A en B.
• Wanneer A en B op “
£
OFF” staan, wordt
geen geluid weergegeven via de luidsprekers.
Gebruik deze instelling wanneer u luistert met
een hoofdtelefoon.
!3
Ontvanger afstandsbediening
Opmerkingen betreffende batterijen:
• Vervang de batterijen als het toestel niet meer
werkt wanneer u het vanaf korte afstand met
de afstandsbediening bedient. (Met de
bijgeleverde batterij kunt u alleen controleren
of alles werkt.)
• Leg de batterijen in de juiste richting in, zoals
aangegeven door de “
<
” en “
>
”
aanduidingen in het batterijvak.
• Om beschadiging of lekken van
batterijvloeistof te voorkomen:
• Een nieuwe batterij niet samen met een
oude gebruiken.
• Geen twee verschillende soorten batterijen
gebruiken.
• Batterijen nooit kortsluiten, uit elkaar
nemen, opwarmen of in het vuur gooien.
• Als er vloeistof uit de batterijen is gelekt,
moet u het batterijvak grondig schoonmaken
en nieuwe batterijen inleggen.
• Als de afstandsbediening gedurende langere
tijd niet gebruikt zal worden, dienen de
batterijen uit de eenheid genomen te worden.
Bedieningsbereik van de
afstandsbediening
• Richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor wanneer u ze
gebruikt.
• De afstandsbediening kan worden gebruikt op
een afstand van max. Ongeveer 8 meter en met
een horizontale hoek van max. 30° ten opzichte
van de sensor.
Ca. 8 meter
30°
30°
OPMERKING:
• Het gebruik van de afstandsbediening kan
worden bemoeilijkt wanneer de sensor is
blootgesteld aan direct zonlicht of sterk
kunstlicht.
Inleggen van batterijen
q
Verwijder het deksel op de achterkant van de
afstandsbediening.
w
Plaats twee R03/AAA batterijen met de polen in
de aangegeven richting in het
batterijencompartiment.
e
Plaats het deksel terug.
2