![Dateq MusiCall MPM8.8 Mono Скачать руководство пользователя страница 6](http://html1.mh-extra.com/html/dateq/musicall-mpm8-8-mono/musicall-mpm8-8-mono_installation-manual_3748271006.webp)
5
Aansluiten
MusiCall installatie handleiding
NL
WallUnits aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van de WallUnits op de
centrale een twee-aderig snoer. De twee aders worden
gebruikt voor zowel voeding als data.
Hiervoor kan in principe onafgeschermde kabel worden
gebruikt. Indien er in de omgeving een erg hoog storingsniveau heerst kan de
communicatie tussen de centrale en de WallUnits verstoord raken. In dit geval kan
een afgeschermde kabel uitkomst bieden. Storing kan worden veroorzaakt door
bijvoorbeeld dimmers, motoren etc.
De WallUnits worden aangesloten op de groene connectoren aan de
achterzijde van de centrale. Voor iedere zone kan een eigen WallUnit worden
aangesloten.
Het is ook mogelijk om geen WallUnit aan te sluiten, en met het console of de
PC-software de audiobron en het volume in te stellen.
De WallUnits zijn niet polariteitsgevoelig.
Er kunnen per zone maximaal twee wallunits parallel worden geschakeld.
Deze twee wallunits hebben dezelfde logische functionaliteit. Dit kan handig
zijn in een ruimte met meerdere ingangen.
Lokale audio ingang aansluiten
De lokale audio ingangen worden aangesloten op de buitenste twee pennen van de
groene connectoren.
De lokale audio ingangen zijn, in tegenstelling tot de WallUnits, wel
polariteitsgevoelig. Verkeerd aansluiten van de lokale
ingang heeft tot gevolg dat er geen audio wordt
doorgegeven. Er zal echter niets defect raken.
Intern is een gain-trimmer aanwezig om de gevoeligheid
van de ingang aan te passen.
Om storing op het audiosignaal te voorkomen moet voor
de lokale audio ingangen afgeschermde kabel
(bijvoorbeeld microfoonkabel) worden gebruikt. De
afscherming van de microfoonkabel kan aan de centrale
worden bevestigd aan de min-pool van het connectorblokje. Eventueel kan de
afscherming bij de MRA worden bevestigd aan de middelste pen op het
aansluitblokje (zie aarde-figuur op de tekening). Let bij het installeren van de
bekabeling er op dat de microfoonkabel niet over langere afstanden vlak naast de
speakerkabels wordt getrokken om rondkoppelingen te voorkomen.
Het is niet aan te raden de bekabeling van de audio ingang samen met de
bekabeling van de WallUnits in één afgeschermde kabel te leggen, omdat de data
over de audio hoorbaar kan zijn.
Consoles aansluiten
Op het systeem kunnen maximaal twee bedieningsconsoles worden aangesloten. De
bedieningsconsoles gebruiken altijd een vierdraadsverbinding; twee voor data en
voeding en twee voor de microfoon. Hiervoor kan in principe ook een
onafgeschermde kabel worden gebruikt, het is echter aan te raden ook
hiervoor afgeschermde kabel te gebruiken.
Eén aderpaar wordt aangesloten op de middelste twee pennen van het
groene aansluitblokje op de centrale, het andere aderpaar wordt aangesloten
op de buitenste twee aansluitpennen. Beide aderparen zijn niet
polariteitsgevoelig.
Als de bijgeleverde aansluitdoos wordt gebruikt moeten de rode en groene
draad op de binnenste en de zwarte en gele draad op de buitenste
schroeven worden aangesloten.
Controllers
R
232
Zone 1
Zone 2
Zone 3
Zone 4
Zone 5
Zone 6
Zone 7
Zone 8
Console 1
Console 2
Line
Naar de
WallUnit
Naar de
lokale ingang
-
+
Achteraanzicht
lokale audio input
+
-
Naar het
console
Содержание MusiCall MPM8.8 Mono
Страница 1: ...MusiCall Installatie handleiding Installation manual...
Страница 2: ......
Страница 15: ......
Страница 16: ......