DAB 50/13, Инструкция по установке и обслуживанию

Страница: 22 / 52

NEDERLANDS
21
motor beschermt tegen te hoge stroom. Driefasemotoren moeten beschermd worden
met een geschikte motorbeveiliging.
2. TOEPASSINGEN
Elektrische dompelpompen voor putten van 4” of groter voor hef-, druk- en
distributietoepassingen.
Voeding van autoclaven en waterreservoirs, brandbestrijding-
en wassystemen, hobbytoepassingen en besproeiingssystemen.
3. TECHNISCHE GEGEVENS

Maximaal aantal starts: 20 starts / uur

Temperatuurbereik van de vloeistof: van 0°C tot + 40°C

Opbrengst: van 0,6 tot 4,2 m³/h

Opvoerhoogte: tot 100 m.

Maximaal toegestane hoeveelheid zand: Max. 120g/m³
4. INSTALLATIE
De pomp kan worden geïnstalleerd in putten van 4” of groter. De doorsnede van
de put moet over de hele lengte constant zijn, zodat men de pomp volledig en zonder
excessieve druk kan laten zakken.
Installatie in verticale positie.
Afstand tot de bodem van de put

30 cm.
De maximale onderdompeling van de pomp staat aangegeven op het technische etiket
en hangt af van de lengte van de voedingskabel.
Met ingebouwde terugslagklep. Gebruik van nog een klep op de perszijde wordt
aanbevolen.
De elektriciteitskabel van de motor moet met plastic clips worden vastgezet op
iedere 2 of 3 meter langs de persleiding.
Controleer voor driefasemotoren de draairichting.
De juiste richting is de richting waarbij de grootste druk wordt geproduceerd.
Nadat u de pomp in de put heeft laten zakken, hem op lage snelheid starten en
de stroomopname en bijbehorende drukwaarde controleren.
5. ONDERHOUD
De elektropomp mag uitsluitend gedemonteerd worden door gespecialiseerde en
gekwalificeerde technici.