5. VRAGEN/ANTWOORDEN
6. REINIGING EN OPBERGING
Het apparaat volledig laten afkoelen en loskoppelen vooraleer het te
reinigen.
• Een in zeepwater gedrenkte spons gebruiken om de buitenkant van de
oven te reinigen en dan zorgvuldig afdrogen.
• Om de binnenwanden te reinigen een vochtige doek en een beetje zacht
detergent gebruiken. Geen sponsen of schurende producten gebruiken
die de bekleding kunnen beschadigen.
• De roosterplaat, het rooster en de vetvanger zijn geschikt voor reiniging
in de vaatwasmachine. In geval van sterke vervuiling in warm zeepwater
drenken en een spons of een nylon borstel gebruiken.
• Om gemakkelijker op te bergen kan het snoer worden opgerold in de
bergruimte aan de achterzijde van het apparaat. Het snoer nooit rond de
oven wikkelen.
• Een regelmatig onderhoud van het apparaat voorkomt een te grote
vervuiling. De oven blijft gemakkelijk te reinigen en zijn prestaties blijven
ongeschonden.
7. VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
• De roosterplaat, het rooster, de vetvanger of de uitneembare ovenvloer
niet afdekken met aluminiumfolie om elk risico van oververhitting van het
apparaat te voorkomen.
• Ovenwanten of veiligheidshandschoenen gebruiken.
• De buitenwanden niet aanraken tijdens het gebruik omdat deze warm
worden.
• Het apparaat niet op of in de nabijheid van een opwarmend apparaat
plaatsen.
• Steeds ovenvaste recipiënten gebruiken.
• Nooit papier, karton, plastic of ontvlambare materialen in het apparaat
plaatsen.
• Niets op de oven plaatsen als deze in werking is.
• Niet onderdompelen in water of enige andere vloeistof.
• Het apparaat steeds loskoppelen na gebruik en vooraleer het te reinigen.
Het apparaat nooit onbewaakt aangesloten laten. Om los te koppelen
aan de stekker trekken en nooit aan het snoer.
• Uw handen nooit in het apparaat steken. Er geen te grote voedingswaren
of enig keukengerei in plaatsen.
• Niet proberen het voedsel van onder de weerstanden weg te nemen als
het apparaat is aangesloten.
• De oven niet gebruiken op warmtegevoelige opppervlakken of in de
nabijheid van ontvlambare materialen.
• Voldoende ruimte laten tussen de oven en de muren of de meubel-
elementen. De oven niet onder de muurelementen van de keuken plaatsen.
• Het snoer niet laten uitsteken voorbij de rand van het werkvlak en het niet
in contact brengen met hete oppervlakken.
• Bijzonder goed opletten als het apparaat in de nabijheid van kinderen
wordt gebruikt. Het apparaat buiten bereik van kinderen opbergen.
Geen kinderen de oven laten gebruiken.
• Het apparaat niet gebruiken als dit is gevallen of als het zichtbare sporen
van schade vertoont.
• Het gebruik van het apparaat onmiddellijk stopzetten als het snoer is
beschadigd en dit laatste laten vervangen door een vakman.
• Geen enkele herstelling mag door de gebruiker zelf worden uitgevoerd.
• Elk gebruik van niet door Cuisinart® aanbevolen of verkochte accessoires
kan brand, elektrocutie en risico op kwetsuren veroorzaken.
• Dit apparaat voldoet aan de essentiële vereisten van de richtlijnen
89/336/EEG (elektromagnetische compatibiliteit) en 73/23/CEE
(veiligheid van elektrische huishoudtoestellen), aangepast door de
richtlijn 93/68/EEG (CE-merk).
• Dit apparaat uitsluitend gebruiken om te koken en daarbij de instructies
van deze handleiding volgen.
• Niet buiten gebruiken.
• Uitsluitend voor thuisgebruik.
23
Wat te doen als ...
Antwoorden
mijn bereiding niet bakt ?
• Nagaan of u de functie I/O hebt
gevalideerd.
rook uit de oven komt
• Nagaan of de temperatuur niet te hoog
bij het bakken ?
is.
• De oven uitschakelen en de vetresten
afgezet door het bakproces op de
weerstanden wegwissen.
• Nagaan of de bereiding niet over de
schotelrand uitstroomt.