169
beeldscherm. Let ook op de „README“-file op uw diskette voor
aanwijzingen betreffende de werking.
6. U dient op het volgende te letten, als u uw eigen software maakt:
Een dataformaat is 14 byte lang. De samenstelling luidt als volgt:
BYTE 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E
Vrb. 1 DC - 3.999 V
CR
Vrb. 2 AC 399.9 m V CR
Programmeervoorbeeld in BASIC voor een eenvoudige aflezing van
de multimeter:
10 OPEN „COM1:4800, N, 7, 2, RS, CS, DS, CD“ AS#2
20 IN$=INPUT$(14, #2)
30 PRINT IN$
40 CLOSE #2
50 END
Bijzondere kenmerkenvoor de data-overdracht (communicatiepara-
meters):
Overdrachtsrate:
4800 baud (= bps = bits per second)
Character code :
7-bit ASCII
Pariteit
:
geen
Stop-bits
:
2
6. Onderhoud, vervangen van de batterij/
zekering, opstellen van de meetapparatuur
6.1 Onderhoud
Om de precisie van de multimeters VC 630, VC 650 en VC 670 voor lange-
re tijd te garanderen, dient deze jaarlijks eenmaal, eventueel in onze ser-
vicewerkplaats (S-2000), gekalibreerd te worden.
Het vervangen/inbouwen van de batterijen vindt u onder 6.2. Het ver-
vangen van de zekering vindt u onder 6.3. Voor het schoonmaken van
het apparaat resp. van het displayvenster en de meetsnoeren neemt u
een schone, niet-pluizende, antistatische droge doek.
168
Voor de communicatie tussen een (IBM-compatible) PC en uw meter zijn
de volgende stappen nodig:
1. Verbind de als optie verkrijgbare interfacekabel aan de ene kant via
de vijfpolige asymmetrische bus met de meter en aan de andere kant
met uw PC.
2. Schakel, nadat de verbinding tot stand is gebracht, de meter in via de
toets „POWER“.
3. Druk zo lang op de toets „HOLD“ (ca. 3 s), tot het cirkelsymbool met
een „2“ rechts onder het hoofddisplay verschijnt.
4. Schakel nu de PC (computer) in.
5. Gebruik van de Windows-software (als optie verkrijgbaar):
Let op!
De volgende stappen veronderstellen basiskennis over MS-Windows.
Lees in geval van twijfel het Windows handboek over het gebruik van
Windows.
Voor de werking van deze software zijn de Windows versie ‘95 en een
VGA-monitor vereist.
a) Start uw computer en activeer Windows.
b) Doe de diskette in de 3,5“-drive (a of b)
c) Klik op het „START“-venster en klik met de muis op „UITVOEREN“.
Daarop verschijnt een menuvenster met een bevelregel.
d) Bij een knipperende cursor voert u het volgende in:
a\setup en de Entertoets bij drive a, als de diskette zich in drive a
bevindt
b\setup en de Entertoets bij drive b, als de diskette zich in drive b
bevindt
e) Volg de aanwijzingen op het beeldscherm, om de installatie af te
sluiten.
f) Om het programma te starten, „klikt“ u met de linker muistoets
(twee maal kort na elkaar drukken) de „multimeter“ van het start-
programma aan en u volgt aansluitend de aanwijzingen op het