Conrad 75 16 72, Руководство по эксплуатации

Страница: 59 / 76

59
2. Installatieplaatsen en -voorschriften
Het is principieel raadzaam om meerdere rookmelders in een
gebouw of een woning te installeren. Bij gebouwen met meerdere
verdiepingen moet er in ieder geval één rookmelder per verdieping
geïnstalleerd zijn. Alleen zo is er een tijdige en zodoende effectieve
waarschuwing mogelijk bij een brand die ontstaat.
Er moet in ieder geval ten minste één rookmelder (of de enige
rookmelder) zo geïnstalleerd worden dat deze de weg naar de
slaapkamer beveiligt (gang of trap) en deze bij een alarm ook
gehoord kan worden als de deur van de slaapkamer dicht is.
De rookmelder moet in een kamer steeds in het midden van het
plafond gemonteerd worden.
Dit geldt wel niet voor kamers met een scherp puntdak.
Hier mag de rookmelder niet in het punt van het dak gemonteerd
worden. Bij de plafondmontage moet de rookmelder op een afstand
van ca. 1 m van het hoogste punt van de kamer gemonteerd worden
(nog beter aan een dwarsarm of een balk).
Dit is omdat er luchtophoping ontstaat in de buurt van muren en
vooral in de hoeken van een kamer en bij puntige plafonds. Deze
luchtophoping houdt de rook die naar boven stijgt op een afstand
van de muren en de hoeken van de kamer. Er mag daarom geen
rookmelder geïnstalleerd worden in de hoeken van een kamer en op
een afstand van 50 cm rond deze hoeken. Zo´n rookmelder zal in
noodgevallen ineffectief blijven en te laat alarmeren.
Denk eraan dat bijvoorbeeld een vensterbank de rook sterk doet
afwijken en er ook hier een bereik met rustige lucht ontstaat zodat
de opstijgende rook de rookmelder niet kan bereiken (zie afb.).