NEDERLANDS
8
6. In gebruik nemen en configureren
De mediaspeler moet worden geconfigureerd wanneer u hem voor het eerst aanzet.
•
Selecteer de juiste input ingang op de tv waarop de mediaspeler is aangesloten (composiet, SCART, s-
video, component of HDMI).
NB:
In de rest van deze gebruiksaanwijzing wordt er van uit gegaan dat uw tv staat ingesteld op de
ingang waarop de mediaspeler is aangesloten. Alle beschreven stappen hebben betrekking op de
bediening van de mediaspeler.
•
Zet de mediaspeler aan met de aan/uitknop aan de achterkant van de speler, of met de ‘
Power
’ (
1
)
toets van de afstandsbediening.
De mediaspeler gaat aan: het aan/uitlampje van de mediaspeler wordt
GROEN
.
De mediaspeler laat een startscherm zien waarna het hoofdmenu wordt geladen.
NB:
De opstarttijd van de mediaspeler is ongeveer 30 seconden. Wanneer het startscherm met het logo
verdwijnt, wordt het uitgangssignaal even onderbroken. De tv kan even een zwart scherm of de
melding "geen signaal" geven. Wacht tot het hoofdmenu of de taalkeuze op uw tv-scherm verschijnt.
NB:
Het uitgangsignaal staat standaard op composiet. Als uw tv op een andere uitgang van de
mediaspeler is aangesloten, is het mogelijk dat het menu niet op het scherm wordt weergegeven.
Druk dan op de ‘
Output
’ (
16
) toets van de afstandsbediening om de mediaspeler op een ander
uitgangsignaal te zetten.
Op de tv wordt nu gevraagd in welke taal u de mediaspeler wilt gaan gebruiken.
[ Taalkeuze ]
[ Hoofdmenu ]
Na de taalkeuze geeft de mediaspeler het hoofdmenu weer.
Het hoofdmenu bevat de volgende keuzes:
-
My Media
Uw mediabestanden afspelen (van USB apparaat, UPnP AV server of via Samba gedeelde
netwerklocatie)
-
iMedia
Internetmedia (internetvideo/radio) of media van een gedeelde NFS netwerklocatie
afspelen of de BitTorrent client gebruiken.
-
Setup
De instellingen van de speler wijzigen.
De bovenstaande mogelijkheden worden uitgelegd in de volgende hoofdstukken.