32
Beperkingen op de temperatuur van de omgevingsruimte
Dit apparaat is ontworpen om te werken in de omgevingstemperaturen die worden opgegeven door
de temperatuurklasse zoals aangegeven op het typeplaatje.
KLASSE
SYMBOOL
BEREIK VAN OMGEVINGSTEMPERATUUR (°C)
Uitgebreid gematigd
SN
Van +10 tot +32
Gematigd
N
Van +16 tot +32
Subtropisch
ST
Van +16 tot +38
Tropisch
T
Van +16 tot +43
Deze koeleenheid is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperaturen tussen 16°C en 32°C.
5. UW APPARAAT BEDIENEN
Het apparaat dient in een ruimte te worden geplaatst met een omgevingstemperatuur die in het ideale
geval tussen 20°C en 25°C ligt. Als de omgevingstemperatuur lager of hoger ligt, kunnen de prestaties
van uw apparaat eronder lijden. Als u bijvoorbeeld in extreem koude of warme omstandigheden
plaatst, kan de binnentemperatuur fluctueren. Het bereik van 11-18°C wordt mogelijk niet bereikt.
De temperatuur kan variëren afhankelijk van de belasting van uw kelder, de verlichting en de
omgevingstemperatuur.
Controlepaneel
Het bedieningspaneel bevindt zich op de bovenkant van de glazen deur.
TEMPERATUUR AANPASSING
▪
U kunt de temperatuur die voor het compartiment wenst, kiezen door te drukken op de
toetsen
of
. De temperatuur die u wilt programmeren, gaat bij iedere druk op de
knoppen met 1°C omhoog/omlaag.
▪
Houd de
om de temperatuurweergavemodus in Fahrenheit of Celsius te veranderen.
HET LICHT AANPASSEN
Druk op de
-toets om de binnenverlichting in of uit te schakelen. Let op, het lampje gaat
automatisch uit na 10 minuten.