NL
32
moeten deze door de fabrikant, klantenservice of een soort-
gelijk gekwali
fi
ceerde persoon (bijv. professionele werkplaats)
worden vervangen, om gevaren te voorkomen.
GEVAAR – gevaar voor een elektrische schok!
■
Uitsluitend in gesloten ruimten gebruiken en bewaren. Niet gebruiken in ruimten met
een hoge luchtvochtigheid.
■
Onderbreek onmiddellijk de stroomtoevoer als het apparaat in het water valt. Pro-
beer niet om het apparaat uit het water te trekken, terwijl het is aangesloten op het
stroomnet.
■
Raak het apparaat en het aansluitsnoer nooit aan met vochtige handen als deze
onderdelen zijn aangesloten op het stroomnet.
■
Nooit vloeistoffen opzuigen. Vul het stofreservoir niet met vloeistoffen. Houd het mo-
torblok uit de buurt van vocht of natheid!
■
Wanneer u het apparaat als handstofzuiger wilt gebruiken om een auto schoon te
zuigen, let er dan op dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan regen of vocht.
WAARSCHUWING – Verwondingsgevaar!
■
Verstikkingsgevaar!
Het verpakkingsmateriaal buiten bereik houden van kinderen
en dieren.
■
Gevaar door wurging!
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer steeds buiten bereik is van
kleine kinderen en dieren.
■
Gevaar van vastzuigen!
Houd dieren, haar, sieraden, wijde kleding, vingers en alle
overige lichaamsdelen uit de buurt van de mondstukken van het apparaat. Deze zou-
den zich kunnen vastzuigen. Mocht de stofzuiger zich toch eens vastzuigen, schakel
dan het apparaat direct uit.
■
Valgevaar!
Let erop dat niemand kan struikelen over het aangesloten netsnoer.
WAARSCHUWING – Brandgevaar!
■
Gebruik het apparaat niet in ruimten, waarin zich licht ontvlambare substanties of
giftige en explosieve dampen bevinden.
■
Gebruik het apparaat niet in de buurt van licht ontvlambare materialen (gordijnen,
textiel etc.).
■
Dek het apparaat tijdens de werking niet af, om ontbranden van het apparaat te
voorkomen. Niets in de ventilatieopeningen van het apparaat steken en erop letten
dat deze niet zijn verstopt.
LET OP – Risico op materiële schade
■
Het apparaat alleen aansluiten op een contactdoos met aardingscontacten die over-
eenstemt met de technische gegevens van het apparaat. De contactdoos moet ook
na het aansluiten goed toegankelijk zijn, zodat de verbinding met het stroomnet snel
kan worden verbroken.
■
Alleen correct werkende verlengsnoer gebruiken.