NL
36
Watertank vullen
OPGELET!
■
Wanneer de watertank is gevuld, mag de hoofdeenheid
niet
gekanteld, verkeerd om
of op de zijkant worden gelegd resp. geplaatst. Er zou water uit kunnen lekken!
1. Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld (controlelampje (
8
) brandt niet).
2. Open de dop van de watertank (
9
) op de hoofdeenheid (
5
).
3. De watertank met behulp van een maatbeker vullen met water resp. een mengsel uit
water en reinigingsmiddel (max. 200 ml).
4. Sluit de watertankdop.
Gebruik
• Wanneer het controlelampje (
8
) groen knippert, moet de accu worden
opgeladen.
• Schakel het apparaat na elk gereinigd oppervlak uit, daarmee wordt de
bedrijfsduur per acculading aanmerkelijk verhoogd.
• Om het apparaat neer te zetten de steel naar de hoofdeenheid (
5
) kantelen,
tot hij vastklikt. Kantel de steel naar achteren om hem los te maken. Zet de
hoofdeenheid daarbij vast met de voet.
1. De aan- / uitknop (
1
) indrukken om het apparaat in te schakelen. Het controlelampje
brandt groen en de beide reinigingsvoeten (
6
) beginnen te draaien.
2. Leid het apparaat over het te reinigen resp. te poetsen oppervlak.
3. Activeer indien nodig de sproeiknop (
12
) op de handgreep (
11
) om de vloer met
behulp van de sproeikop (
7
) te bevochtigen.
4. De aan- / uitknop indrukken om het apparaat uit te schakelen. Het controlelampje
gaat uit en de reinigingsvoeten komen tot stilstand.
5. Na gebruik de veegpads reinigen (zie hoofdstuk “Reinigen en opbergen”).
Reinigen en opbergen
OPGELET!
■
Let er tijdens het reinigen op dat er geen vloeistof in de hoofdeenheid en de hand-
greep terechtkomt.
■
Gebruik voor het reinigen van de behuizing geen scherpe of schurende
reinigingsmiddelen. Deze kunnen de oppervlakken beschadigen.
Na verloop van tijd kunnen de veegpads verkleuren. Dit is normaal en heeft geen
nadelige gevolgen voor de werking. Mocht een van de veegpads echter zijn be-
schadigd of versleten, moet deze worden vervangen
(reserveset: art-nr. 08934).
• Mocht zich nog water in de watertank bevinden, deze legen.
• Neem het apparaat indien nodig af met een vochtige, zachte doek. Met een zachte
doek nadrogen.