688151-152 G21NE
3
NE
D
ER
LA
ND
S
15. Gebruik bij reparatie geen onderdelen anders dan die CaterChef standaard meelevert en dus niet van CaterChef
afkomstig zijn. CaterChef neemt geen verantwoordelijkheid voor schade toegebracht aan het apparaat door
gebruik van de ’verkeerde’ onderdelen.
ONTVETTEN:
Voordat u het apparaat in werking stelt dient u het apparaat grondig schoon te maken met warm water, een doek en
een kleine hoeveelheid schoonmaakmiddel. Spoel het apparaat zelf nooit af onder de kraan, dit kan de elektrische
onderdelen ernstig beschadigen.
Zorg bovendien dat voordat u het apparaat in werking stelt, u het goed heeft afgedroogd.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK
1. Hang de afvalvloeistofcontainer aan de ophanggaten op het voorpaneel.
2. Niet vullen als de motor draait. Plaats de deksel terug na het vullen.
3. Het apparaat is geschikt voor een omgevingstemperatuur tussen 16°C - 32°C.
4. Om kwaliteit van de dranken te behouden, laat de dispenser (dag en nacht) aanstaan.
REGULIER GEBRUIK
1. Voordat u de container vult, zorg ervoor dat de schakelaar op
0 (UIT)
staat of de stekker uit het stopcontact is.
2. Meng dranken niet in het apparaat maar in een aparte beker of kom.
3. Doe geen warme dranken in de container.
4. Zorg dat het vloeistof-niveau niet boven de "MAX"-niveaulijn komt en niet minder dan 3-4 liter is.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Het apparaat heeft 2 bedieningspanelen:
1. Aan de linkerkant de temperatuurregelaar.
2. Aan de rechterkant de (rode) AAN/UIT-schakelaar en de schakelaar(s) voor de mix-motor (zwart),
elke container kan onafhankelijk worden ingeschakeld.
INSTELLEN VAN DE DRANKTEMPERATUUR (FIG.1)
Fig. 1
A
B
1. Zet de hoofdschakelaar aan.
2. Het lampje
(A)
op de digitale temperatuurregelaar gaat branden.
3. De knoppen:
hebben een dubbelfunctie je selecteert er de container
mee maar kan er ook de temperatuur mee aanpassen.
4. De temperatuur van elke container kan afzonderlijke ingesteld worden, deze
wordt ingesteld met de temperatuurregelaar aan de linkerkant. (model 688152:
vanaf de voorkant is container 1 de linker en container 2 de rechter).
5. Om de temperatuur van container 1 in te stellen, drukt u tweemaal op de knop
. Het indicatielampje onder
de 1
(B)
bovenaan het display gaat nu branden en de huidige ingestelde temperatuur knippert.
6. Stel de gewenste temperatuur in met de pijltjestoetsen
&
en druk vervolgens op
.
De temperatuur kan worden ingesteld tussen 2°C en 8°C. De temperatuur voor container 1 is nu ingesteld.
7. Drukt u tweemaal op de knop
en herhaal dit het proces om de temperatuur van container 2 in te stellen.
8. Als het apparaat in werking is, geeft het automatisch de werkelijke temperatuur van elke container gedurende
2 seconden weer (het indicatielampje
(B)
geeft aan om welke container het gaat).
AANPASSEN VAN DE TEMPERATUUR (FIG.1)
1. Om de koeling van een geselecteerde container uit te schakelen, drukt u 3 seconden op het betreffende
containernummer op temperatuurregelaar.
"OFF"
zal worden weergegeven voor de geselecteerde container.
2. Om de koeling in te schakelen, druk op
of
en houdt 3 seconden ingedrukt.