28
Aanbrengen van de accu
3
Verwijder met een schroevendraaier het
deksel van het accuvak bij het Carrera
RC-voertuig. Plaats de Carrera RC-accu in
het voertuig.
Let hierbij op de juiste polariteit. Schroef het
deksel met een schroevendraaier weer dicht.
Plaatsen van de batterijen
4
Open het batterijvak met een schroevendraaier en plaats de batte-
rijen in de controller. Let op de correcte polariteit. Schroef het deksel
met een schroevendraaier weer dicht.
Nu kan de rit beginnen
Het Carrera RC-voertuig en de controller zijn in de fabriek gekoppeld.
5
1. Schakel het voertuig met de ON/OFF-schakelaar in. De LED op
de bovenzijde van het voertuig knippert ritmisch.
6
2. Schakel de controller in. De LED aan de controller knippert rit-
misch.
Na enkele seconden branden de LEDs aan het voertuig en de controller
permanent. De koppeling is voltooid.
7
Instelling van de stuurinrichting
Indien tijdens de werking van het Carrera RC-voertuig blijkt dat het
voertuig naar rechts of naar links neigt, kan door de op de tekening terug
te vinden instelschakelaar de rijstrook gecorrigeerd worden.
Eerst oefenen!
8
Waarschuwing! Dit voertuig bereikt hoge snelheden.
Gelieve te
oefenen op een vrije plaats met minimum 2,5x2,5 meter oppervlak.
Gelieve bij de eerste keer de gashendel slechts voorzichtig te bedie-
nen.
9
Bouw met veiligheidsdriehoeken, blikjes of dergelijke een Carrera
RC-racecircuit op een grote en vrije plaats. De fundamentele bestu-
ringstechniek bij het rijden met een Carrera RC-voertuig bestaat erin, op
rechte stukken snel te rijden en in de bochten af te remmen.
• Bij het vervangen van de eerste accu door de tweede moet een
rijpauze van minstens 10 minuten worden ingelast. Bij daarop vol-
gende vervangingen moet telkens een rustpauze van minstens 20
minuten worden ingelast.
• Permanent gebruik van de motor vermijden.
• Als het voertuig zichzelf meermaals kort na elkaar vanzelf uitscha-
kelt is de accu leeg. Gelieve de accu te laden.
• Voor het uitschakelen na de rit de stappen in omgekeerde volgor-
de volgen.
• Na de rit de accu uitnemen. Laad de accu na gebruik absoluut
weer op, om een zogenaamde diepteontlading van de accu te ver-
mijden. De accu moet na gebruik minimum 20 minuten afkoelen,
voor hij weer volledig mag worden geladen.
• Bewaar de accu altijd buiten het voertuig.
• Het Carrera RC-voertuig na de rit schoonmaken.
Functies van de controller
10
Full Function
Met de joysticks kunt u het voertuig in alle richtingen besturen:
Joystick links:
vooruit, achteruit
Joystick rechts:
links, rechts
11
De led aan de controller brandt zodra u een van de beide joysticks
naar boven of beneden, of naar rechts of links beweegt.
12
Als u geen joystick bedient, is de led uit, ongeacht of de ON/OFF-
schakelaar op ON of OFF staat.
Probleemoplossingen
Probleem
Model rijdt niet.
Oorzaak:
Schakelaar op de zender of / en model staat / staan op “OFF”.
Oplossing:
Inschakelen.
Oorzaak:
Zwakke of helemaal geen accu in het model.
Oplossing:
Geladen accu inleggen.
Oorzaak:
De auto is aan een hindernis blijven staan.
Oplossing:
De overspanningsbeveiliging heeft de auto uitgeschakeld.
De ON/OFF schakelaar aan het voertuig eenmaal op OFF, dan weer op
ON schakelen en op een vrije plaats zetten.
Oorzaak:
Zwakke accu/batterij in de zender of in het model.
Oplossing:
Geladen accu of batterij inleggen.
Oorzaak:
Het model werd na het laatste gebruik niet uitgeschakeld, hier-
door is de accu nu leeg.
Oplossing:
Laad de accu op.
Oorzaak:
Het voertuig is zeer warm.
Oplossing:
Voertuig en controller uitschakelen en het voertuig ongeveer
30 minuten laten afkoelen.
Probleem
Geen controle.
Oorzaak:
Het voertuig zet zich ongewild in beweging.
Oplossing:
Eerst de zender inschakelen, dan pas het voertuig.
5
6
7
Vergissingen en fouten uitgesloten
Kleur/finale ontwerpaanpassingen uitgesloten
Technische aanpassingen en ontwerp gerelateerde aanpassingen uitgesloten
Pictogrammen = symbolisch foto’s
NEDERLANDS