83
BEHEER VAN HET SYSTEEM
1. Geheugen volledig wissen (gebruikerscodes)
2. Mastercode instellen
3. Gebruikerscode plaatselijk opslaan
4. Gebruikerscode op afstand opslaan
5. Gebruikerscode plaatselijk verwijderen
6. Gebruikerscode op afstand verwijderen
7. Gebruikerscode activeren
8. Transponderlezer DKSTPT
(*)
instellen
9. Codetableau DKSDUALT
(*)
instellen
1. Geheugen volledig wissen
(door deze procedure worden ook alle RADIO codes die in het geheugen staan gewist).
- Blijf op de interface langer dan 4 seconden op beide knoppen
P1
-
P2
drukken. De zoemer
B1
geeft een geluidssignaal af.
- Tijdens
h
et volledig wissen van het geheugen (circa 3 seconden) blijft de led
L1
aan.
- De led
L1
knippert even en gaat daarna uit. De zoemer
B1
geeft een geluidssignaal af. Laat de knoppen los.
2. Mastercode instellen
(hiermee is het mogelijk om op afstand toegang te krijgen tot de interface en de gebruikerscodes te programmeren).
Interface:
- Verplaats de jumper
J2
op de interface naar positie 2, blijf daarna minstens 2 seconden op de knop
P1
drukken.
- De zoemer
B1
zal een geluidssignaal afgeven en gedurende deze procedure zal de leds
L1
en
L2
langzaam knipperen.
- De opslagprocedure van de mastercode zal worden geactiveerd met een maximale tijd van 30 seconden.
Werking van het codetableau DKS250T - DKSDUALT:
- Toets de gekozen numerieke code in op het codetableau om toegang te krijgen tot de functies (max. 6 cijfers)
en druk op bevestigen " ". De interface zal ter bevestiging een geluidssignaal afgeven.
Werking van de transponderlezer DKSTPT:
Het is mogelijk om maximaal 5 master tags/cards te onthouden om op afstand toegang te krijgen tot de
interface en de gebruikerscodes te programmeren.
- Verplaats de dips
S1
op de interface volgens de tabel om de geheugenlocatie te kiezen.
- Houd de tag/card voor de transponderlezer. De interface zal ter bevestiging een geluidssignaal afgeven.
Belangrijke waarschuwingen
• Als de interface op de STANDAARD functie staat, is het niet nodig om de DKS
codes die reeds actief zijn in het geheugen op te slaan.
• Het maximale aantal apparaten die op één interface aangesloten kunnen worden
is beperkt tot drie.
(*)
Als er meerdere apparaten DKSTPT of DKSDUALT op de interface aangesloten
zijn moeten zij ieder met een ander apparaat-adres geconfigureerd worden.
dip 1 dip 2 dip 3
dip 4
geheugen
ON
OFF
OFF
OFF
locatie 1
OFF
ON
OFF
OFF
locatie 2
OFF
OFF
ON
OFF
locatie 3
OFF
OFF
OFF
ON
locatie 4
ON
ON
ON
ON
locatie 5
Indien u een ongeldige mastercode heeft
ingegeven zal de interface 5 opeenvolgende
pieptonen laten horen.
Содержание S504 Series
Страница 99: ...99 Notes...