97
6.8 HET APPARAAT UITSCHAKELEN
• Maak het koelapparaat leeg.
• Zet het koelapparaat uit.
• Trek de aansluitkabel eruit.
Als het koelapparaat langere tijd niet dient te worden gebruikt:
Laat het deksel een stukje openstaan. Zo voorkomt u dat er geuren ontstaan in het apparaat.
6.9 HET KOELAPPARAAT ONTDOOIEN
Vocht in het koelapparaat of op de verdamper kan zorgen voor de vorming van ijs.
Daardoor neemt het koelvermogen af. Ontdooi het apparaat op tijd om dit te voorkomen.
LET OP! Gevaar voor materiële schade!
Gebruik nooit hard of spits gereedschap om ijs weg te halen of voorwerpen los te maken die aan
het ijs zijn vastgevroren.
Ga als volgt te werk om het apparaat te ontdooien:
•Maak het koelapparaat leeg.
• Leg de inhoud, indien nodig, in een ander koelapparaat om de spullen koel te houden.
• Zet het apparaat uit.
• Laat het deksel openstaan.
• Haal het dooiwater weg.
6.10 DE ZEKERING VAN HET APPARAAT VERVANGEN
GEVAAR! Gevaar door elektrische schok!
Trek de aansluitkabel eruit voordat u de zekering van het apparaat gaat vervangen.
•Trek de aansluitkabel eruit.
• Beweeg de zekeringhouder (afb. 4/2) omhoog met een schroevendraaier en haal de
houder er zo uit.
•Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering met dezelfde waarde.
•Duw de zekeringhouder weer in de behuizing.
NEDERLANDS
71371/71372/71373/71375