57 NL
1. RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATEUR
Als het fornuis tussen twee kastjes wordt geplaatst, moet de afstand
tussen het fornuis en het betreffende kastje ten minste 15 cm zijn;
terwijl de afstand tussen de uitsparing en de achterwand ten minste
7 cm moet zijn.
De afstand tussen de kookplaat en ieder ander apparaat erboven
(bijv. een afzuigkap) mag nooit kleiner zijn dan 70 cm. (fig. 4)
De afmeting van deze opening dient ten minste 300 cm2 te zijn met
plaatsing zoals is weergegeven in fig. 5.
Het vastzetten in het meubel geschiedt door de bijgeleverde
bevestigingsbeugels die aan de onderzijde op de daarvoor bestemde
plaats worden vastgedraaid.
Het wordt daarom aanbevolen een houten tussenplaat te
gebruiken.
Deze inbouwkookplaten zijn bestemd voor installatie in een werkblad
dat bestand is tegen temperaturen van 100 °C en een dikte hebben
tussen 25 en 45 mm. Voor de inbouwmaat dient u zich te houden aan
de maten zoals aangegeven in figuur 2.
Wanneer er een ruimte is tussen de inbouw kookplaat en de ruimte
daaronder moet er een scheidingsplaat van isolatiemateriaal
geplaatst worden (bijvoorbeeld hout) (figuur 3).
Wanneer de kookplaat (60 cm) geïnstalleerd wordt boven een oven
zonder mantelkoeling, is het aan te bevelen dat er ventilatieopeningen
worden gemaakt om een goede ventilatie te waarborgen.
Belangrijk : op figuur 1 kunt u zien hoe de afdichtingskit moet worden
aangebracht.
Metalen voorwerpen in de lade kunnen heet worden door
luchtrecirculatie.
2.
ELEKTRISCH GEDEELTE AANSLUITEN
“ De installatie van het geciteerde apparaat dient overeen te komen
met de plaatselijk geldende normen.”.
HET INSTALLEREN VAN EEN HUISHOUDELIJK APPARAAT IS EEN COMPLEXE OPERATIE DIE, INDIEN HET NIET CORRECT WORDEN
UITGEVOERD, ERNSTIGE GEVOLGEN KAN HEBBEN VOOR DE VEILIGHEID VAN DE CONSUMENT. HET IS OM DEZE REDEN DAT DE TAAK
MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN GEKWALIFICEERDE PERSOON DIE DIT TOT UITVOERING ZAL BRENGEN IN OVEREENSTEMMING
MET DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN DIE VAN KRACHT ZIJN. IN HET GEVAL DAT DIT ADVIES WORDT GENEGEERD EN DE INSTALLATIE
WORDT UITGEVOERD DOOR EEN NIET GEKWALIFICEERD PERSOON, WIJST DE FABRIKANT ELKE VERANTWOORDELIJKHEID AF VOOR ELK
TECHNISCH DEFECT VAN HET PRODUCT DAT AL DAN NIET LEIDT TOT SCHADE AAN GOEDEREN OF LETSEL AAN PERSONEN.
1.1 INBOUWEN
1.2.
DE JUISTE OMGEVING
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de
geldende voorschriften en alleen in een goed geventileerde ruimte. Lees
de instructies voor het installeren of gebruiken van dit apparaat.
Een gaskookplaat produceert tijdens het gebruik warmte en vocht in de
ruimte waarin deze is geïnstalleerd. Wilt u zeker zijn van een goede
ventilatie van de ruimte open daar dan de ventilatieroosters of installeer
een afzuigkap met een afvoer.
Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan het nodig zijn
extra te ventileren door bijvoorbeeld een raam open te zetten of de
afzuigkap op de hoogste stand te zetten.
Voor de installatie dient u ervoor te zorgen dat de lokale distributie
omstandigheden (aard van het gas en de gasdruk) en de afstelling van
het apparaat compatibel zijn. De afstellingsvoorwaarden voor deze
toepassing worden vermeld op het etiket (of typeplaatje).
Dit apparaat is niet aangesloten op een evacuatiesysteem. Het wordt
geïnstalleerd en aangesloten in overeenstemming met de huidige
installatievoorschriften met bijzondere aandacht voor de relevante eisen
inzake ventilatie.
In het geval dat er geen mogelijkheid is om een afzuigkap te
installeren,
is het nodig een elektrische ventilator te plaatsen, met afvoer of in het
raam. Deze ventilator moet geschikt zijn voor een keuken en een
capaciteit hebben van 3 tot 5 maal het volume van de keuken per uur.
De installateur dient zich te houden aan de geldende wetgeving.
ONDERSTROOM
GEAARD
NEUTRAAL
L
N
ELECTRICITEITSKABEL
BRUINE DRAAD
GROEN/GELE DRAAD
BLAUWE DRAAD
HOOFDAANVOER
2.2. GAS AANSLUITEN
S
peciale aandacht zal worden besteed aan voorzieningen voor
ventilatie. Alle installatie werkzaamheden dienen te worden gedaan
met de stroom afgekoppeld van het stroomnet.
De gasaansluiting dient te gebeuren volgens de voorschriften van het
land van de installatie, pas nadat u gecontroleerd hebt of het type gas
uit de fabriek overeenstemt met de installatie. Als dit niet het geval is,
volg de onderstaande stappen.
Voor gas-vloeistof (gasfles), gebruik drukregelaars die voldoen aan
de huidige normen. Gebruik alleen kranen, afdichtingsringen, fittingen
en flexibele leidingen die voldoen aan de normen in het land van
installatie. Voor sommige modellen is een conische koppeling
voorzien voor het installeren van het apparaat, in landen waar dit type
koppeling is verplicht in figuur 8, is te zien hoe de verschillende
soorten koppelingen te herkennen (CY = cilindrische, CO = conische)
in alle gevallen dient het cylindrische gedeelte van de koppeling
verbonden te worden met de plaat. Wanneer u de kookplaat aansluit
op de gastoevoer door het gebruik van slangen, mag de maximale
afstand overbrugd door de slang niet meer dan 2 meter overschrijden.
1) zoals weergegeven in het schema, monteer de delen
achtereenvolgens:
A: cilindrische mannelijke adaptor
B: afdichting
C: vrouwelijke gasadaptor cilindrisch-conisch of cilindrisch-
cilindrisch
2) Draai de dichtingen vast. Denk eraan de buizen in positie te
zetten.
3) Bevestig de aansluiting C met het gasnet met een vaste buis of
flexibel staal.
Het aansluiten van het apparaat op het gasnet of gasflessen dient te
gebeuren volgens de wettelijk geldende voorschriften.
Belangrijk: controleer nadat u alle installatie handelingen heeft
verricht de aansluitpunten op een goede afsluiting. Gebruik
hiervoor een zeepsopje. Nooit een vlam. Controleer ook of de
flexibele slang niet in aanraking komt met bewegende delen van
de keukenmeubelen zoals een lade zodat de slang wordt
beschadigd.
Om mogelijke schade aan de kookplaat te voorkomen, voert u de
installatie zoals aangegeven in schema 6 uit :
Op het typeplaatje is aangegeven voor welke type gas dit apparaat
geschikt is.
Let op: als u een gasgeur ruikt die uit het toestel lijkt te komen, schakel
dan onmiddellijk de gastoevoer dicht en bel een gekwalificeerde
persoon. Ga niet op zoek naar een lek met een vlam.
De aarde-draad (groen en geel van kleur) moet ten minste 10 mm
langer zijn dan de beide andere draden. De doorsnee van de kabel
moet in een goede verhouding staan tot de maximale aansluitwaarde
van de kookplaat. Zie voor de netspanningsgegevens het typeplaatje
op de kookplaat en controleer of het nieuwe netsnoer van het type
H05 V2V2-F
is.
Wanneer die voedingskabel beschadigd is, dient deze vervangen te
worden door een erkende reparateur, om onnodige risico's te
vermijden.
In het onwaarschijnlijke geval dat een scheur zou verschijnen op het
glas, haal onmiddellijk de stekker uit het contact en neem contact op
met de klantenservice. Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik met
een externe timer of afstandsbediening.
2.1.
ELEKTRISCH GEDEELTE AANSLUITEN
Controleer de gegevens op het typeplaatje op het apparaat, die zich
bevindt aan de binnenzijde onder in de kookplaat, en verzeker u er
vervolgens van dat het apparaat goed geaard is en gevoed.
Wanneer de plaat direct verbonden is met het elektriciteitsnet moet een
stroomonderbreker geïnstalleerd worden.
Voor apparaten zonder stekker dient u een stekker op het
aansluitsnoer te monteren die het vermogen als aangegeven op het
typeplaatje kan verwerken. De kabel moet altijd bereikbaar zijn. De
aarde kabel is uitgevoerd in groengeel.
Opgelet : controleer de aarding van het apparaat alvorens aan te
sluiten. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele materiële
of persoonlijke schade als gevolg van een gebruik van een niet geaard
toestel of na beschadiging opgetreden aan het netsnoer.
Voor het aansluiten, dat wettelijk verplicht is.