6
NL
Pas op voor scherpe delen.
•
Houd uw handen uit de
buurt van de scherpe delen.
Het apparaat maakt gebruik
van scherpe messen in het
mengaccessoire en het
hakaccessoire.
Pas op voor hete delen.
•
Wacht totdat het apparaat is
afgekoeld voordat u de
behuizing en de onderdelen
van het apparaat aanraakt.
Het apparaat wordt heet
tijdens gebruik.
Wees extra voorzichtig tijdens
•
reiniging en onderhoud.
Wees extra voorzichtig bij
het legen van de mengbeker
of de hakcontainer. Wees
extra voorzichtig bij het
hanteren van het scherpe mes.
Laat het apparaat niet
•
onbeheerd achter tijdens
gebruik.
Reiniging en onderhoud (fig. A & B)
Het apparaat moet na ieder gebruik worden
gereinigd.
Waarschuwing!
- Schakel voor reiniging en onderhoud het
apparaat uit, verwijder de netstekker uit
het stopcontact en wacht totdat het
apparaat is afgekoeld.
- Dompel het apparaat niet onder in water
of andere vloeistoffen.
Voorzichtig!
- Reinig het apparaat niet met bijtende of
schurende reinigingsmiddelen.
- Gebruik geen scherpe voorwerpen om het
apparaat te reinigen.
- Reinig de motorunit, het mengaccessoire,
het hakaccessoire en het klopaccessoire
niet in de vaatwasser.
Controleer het apparaat regelmatig op
•
mogelijke schade.
Reinig de motorunit (4) met een zachte,
•
vochtige doek. Droog de motorunit (4)
grondig met een schone, droge doek.
Reinig de accessoires:
•
- Mengen: Reinig het mengaccessoire (6)
onder stromend water (fig. B1). Reinig
de mengbeker (7) en het deksel (8) in sop
of in de vaatwasser. Spoel de mengbeker
(7) en het deksel (8) af onder stromend
water.
- Hakken: Reinig het hakaccessoire (9)
onder stromend water (fig. B2). Reinig
het hakmes (10), de hakcontainer (11)
en het deksel (12) in sop of in de
vaatwasser. Spoel het hakmes (10), de
hakcontainer (11) en het deksel (12) af
onder stromend water.
- Kloppen: Reinig het klopaccessoire (13)
onder stromend water (fig. B3). Reinig
de garde (14) in sop of in de vaatwasser.
Spoel de garde (14) af onder stromend
water.
- Droog de accessoires grondig met een
schone, droge doek.
Beschrijving (fig. A)
1. Testschakelaar
2. Aan/uit -knop (lage snelheid)
3. Aan/uit -knop (hoge snelheid)
4. Motorunit
5. Accessoirehouder