4.2 Veiligheidsmiddelen
Het apparaat is voorzien van een extern chassis van
roestvrij staal dat contact met interne delen verhindert.
4.3 Overige risico’s
Het apparaat brengt, dankzij het ontwerp en de
gebruiksbestemming (bij het in acht nemen van het
voorziene gebruik en de veiligheidsnormen) geen ove-
rige risico’s met zich mee.
4.4 Veiligheids- en informatietekens
Voor dit type product zijn geen tekens op het product
voorzien.
4.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
In de fasen van installatie, inschakeling en onderhoud
adviseren wij de geautoriseerde operatoren om te
beoordelen welke middelen geschikt zijn voor de
beschreven werkzaamheden.
Bij de werkzaamheden voor het gewone en buitengewo-
ne onderhoud waar het filter verwijderd moet worden, is
het gebruik van beschermende handschoenen voorzien.
Teken
verplichte PBM
BESCHERMING VAN DE HANDEN
(handschoenen ter bescherming tegen een
chemisch, thermisch en mechanisch risico)
5 TRANSPORT EN VERPLAATSEN
Het product is verpakt om de inhoud te beschermen
tegen beschadigingen.
Tijdens het transport moeten zware objecten op het
apparaat vermeden worden. Verzeker u ervan dat de
doos niet vrij kan bewegen.
De voertuigen voor het transport van het verpakte appa-
raat moeten geschikt zijn voor wat betreft de afmetingen
en het gewicht van het gekozen product (zie par. 12.1
benodigde ruimte).
5.1 Verplaatsen
Verplaats de verpakking voorzichtig, want er mag niet
tegenaan gestoten worden.
Er mag geen ander materiaal op de verpakking
geplaatst worden om te vermijden de pomp beschadigd
zou worden.
6 INSTALLATIE
6.1 Benodigde ruimte
Zie voor de benodigde ruimte van het apparaat de
bijlage “Benodigde ruimte”(par. 12.1 BIJLAGEN).
6.2 Omgevingsvoorwaarden en afmetingen van de
installatieplaats
De klant moet de installatieruimte dusdanig voorbereiden,
dat het apparaat correct en overeenkomstig de constructie-
eisen ervan (elektrische aansluitingen, enz.) geïnstalleerd
kan worden.
Het is ten strengste verboden om de machine te
installeren en in werking te stellen in een ruimte met
een potentieel ontploffingsgevaar.
6.3 Uitpakken
Controleer dat het apparaat tijdens het transport
niet beschadigd is.
Het verpakkingsmateriaal moet, nadat de machine
uitgepakt is, afgevoerd en/of hergebruikt worden
volgens de geldende normen van het land waarvoor het
apparaat bestemd is.
6.4. Installatie
De binnendiameter van de persleiding mag nooit kleiner zijn
dan de diameter van de pompaansluiting: G 1
1
/
2
(DN 40)
LET OP:Tijdens transport moet de pomp getild en
vervoerd worden met behulp van de handgreep.
Gebruik nooit de elektriciteitskabel.
Plaats de pomp op de bodem van de put.
6.5. Stationaire opstelling
Installeer een terugslagklep ter voorkoming van terug-
stroming in de persleiding.
De pomp zodanig in de put monteren zodat bij
demontage de persleiding niet geledigd hoeft te worden
(wanneer nodig een afsluiter en koppeling inbouwen).
Als er bezinksels kunnen worden gevormd op de
bodem van de put, dient de pomp ondersteund te
worden zoals deze hierboven geplaatst is.
6.6. Transportabele opstelling
Plaats de pomp op de bodem van de put, zinkput of in
de installatie.
Bij toepassing in vijvers, beken, waar zand en grind mee-
gezogen kunnen worden, verdient het aanbeveling de
pomp op een verhoging te zetten. Te allen tijde een
veili-
gheidstouw resp. ketting
aan de pomp te bevestigen.
Wanneer een PVC pijp resp. slang als persleiding
wordt gebruikt, het touw c.q. kabel gebruiken voor het
laten zakken of ophalen van de pomp.
De pomp mag nooit aan de elektriciteitska-
bel verplaatst worden.
Ter voorkoming van het risico dat er electrisch
of aan de mechanische asafdichting schade
ontstaat dienen van alle draagbare pompen
de voeding goed geisoleerd te worden voordat
pomp verplaatst zal worden.
i
NL
GM10 Rev. 13 - Bedieningsvoorschrift
Pagina 40 / 64
3.93.004/1
⧰㓧
㓧⪞㓧
⧴㓧
⪪㓧
⧰㓧
㓧⪞㓧
⧴㓧
⪪㓧
3.93.004/2
Off
On
www.calpeda.su
www.calpeda.su