13
13
3. Het apparaat gebruiken
• Plaats de gasfles via de achterkant in de daarvoor bestemde ruimte in de kast.
• Gebruik het apparaat alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
• Controleer of het opvangbakje op zijn plaats zit.
• Controleer of de gasfles op de juiste manier geplaatst is.
• Controleer of de regelklep van de gasfles open staat.
• LET OP! Alle branders zijn uitgerust met een automatische ontsteking.
• Voordat u het apparaat aansteekt met de automatische ontsteking moet het deksel worden geopend. Druk de regelknop in en draai
deze tegen de klok in tot er verende weerstand gevoeld wordt. Houd de knop 3 tot 5 seconden in deze positie zodat het gas kan gaan
stromen en draai dan de knop tegen de klok in naar HIGH. Hierdoor zal de automatische ontsteking de brander aansteken. Mocht
de brander de eerste keer niet ontsteken, draai dan de knop naar OFF en wacht 5 minuten. Herhaal het proces tot de brander
ontsteekt.
• Handmatige ontsteking: Om de branders handmatig aan te steken moeten eerst de grillplaat en de onderliggende deflectorplaat
verwijderd worden. Steek een lucifer of een aansteker aan en houd deze naast de linker brander. Draai de gastoevoer naar deze
brander open door de regelknop in te drukken en tegen de klok in te draaien. Dit zal de brander ontsteken. Als de brander eenmaal
brandt, plaatst u de deflectorplaat en de gietijzeren grillplaat voorzichtig weer terug. Vervolgens kunt u de overige branders op dezelfde
manier aansteken.
• Met de regelaars kunt u de vlammen van elke brander apart regelen; als u de knop tegen de klok in draait wordt de vlam minder sterk
en met de klok mee wordt de vlam sterker (zie fig. 3).
• Na het gebruik draait u eerst de kraan op de gasfles dicht. Wanneer het vuur uit is draait u de regelknoppen van de branders op het
apparaat dicht door deze knoppen helemaal met de klok mee te draaien.
4. De gasfles plaatsen en vervangen
• Voordat het apparaat wordt aangesloten op de gasfles dient u ervoor te zorgen dat de rubberen pakking van de drukregelaar goed
geplaatst is en in goede staat verkeert.
• Controleer dit elke keer dat u het apparaat op de gasfles aansluit (zie fig. 1).
• Blaas eventueel aanwezig stof uit de opening van de gasfles om eventuele verstopping van de straalpijp te voorkomen.
• Plaats of vervang de gasfles altijd buiten, uit de buurt van elke mogelijke ontstekingsbron , bijvoorbeeld open vuur, en niet in de buurt
van andere mensen.
• Houd de gasfles altijd rechtop. Draai de drukregelaar met de hand op de gasfles tot deze goed vastzit.
• Wanneer het apparaat gas lekt (gaslucht), doof dan alle ontstekingsbronnen in de nabijheid van het apparaat. Als u het apparaat
wilt controleren op gaslekken, gebruik dan zeepwater dat u aanbrengt op het verdachte deel. De vorming van belletjes geeft de
aanwezigheid van een gaslek aan. Controleer of alle aansluitingen goed vastzitten en controleer dit opnieuw met zeepwater. Gebruik
het apparaat niet als u het gaslek niet kunt repareren. Neem contact op met uw lokale CADAC-leverancier voor hulp.
• Wanneer u de gasfles vervangt, draait u eerst de kraan op de gasfles en vervolgens die op het apparaat dicht. Dit dooft de vlammen.
Schroef nu de drukregelaar los. Plaats de drukregelaar op een volle gasfles, waarbij u de voorzorgsmaatregelen zoals hierboven
beschreven in acht neemt.
• Nadat het apparaat volledig in elkaar is gezet dient u voor ingebruikname een gaslektest uit te voeren.
5. Algemeen onderhoud
• Er zijn geen vooraf voorgeschreven onderhoudsintervallen voor dit apparaat.
• Het is gevaarlijk een apparaat met een gebarsten of versleten pakking en/of slang te gebruiken. Controleer beide pakkingen en slang
regelmatig en vervang deze als ze niet in orde zijn voordat u het apparaat gebruikt.
• Als het apparaat in gebruik is geweest, zal het heet zijn. Laat het voldoende afkoelen voordat u enig onderhoud uitvoert.
• CADAC Patio BBQ’s zijn uitgerust met specifieke CADAC-straalpijpen om de juiste hoeveelheid gas te regelen. Wanneer de opening
in de straalpijp verstopt raakt kan dit resulteren in een kleine vlam of helemaal geen vlam. Probeer de straalpijp niet met een pin of
soortgelijk instrument te reinigen. Dit kan de opening beschadigen waardoor het apparaat onveilig kan worden. Zie “Inleiding“ (sectie
1) voor afmetingen van de straalpijp.
5.1.
Een verstopte straalpijp vervangen
• Controleer of de gasfleskraan dicht is en koppel vervolgens de gasfles los van het apparaat.
• Verwijder de grillplaten. Verwijder de vlamverdelers om de branders bloot te leggen. Verwijder de bevestigingsschroeven van de
betreffende brander.
• Verwijder de betreffende brander door deze van zijn plaats te tillen, zodanig dat de regelkraan niet beschadigd raakt. Dit legt de
straalpijp bloot.
• Schroef de verstopte straalpijp los met een geschikte sleutel en vervang deze door een nieuwe straalpijp. Gebruik geen tang op de
straalpijp omdat deze schade kan veroorzaken waardoor de straalpijp onbruikbaar wordt of niet meer kan worden verwijderd.
• Voor het terugbouwen van de onderdelen voert u de procedure omgekeerd uit. Draai niet te strak aan, omdat dit de straalpijp kan
beschadigen.
5.2.
De slang vervangen
• De lengte van de slang moet tussen de 0,8 m en 1,2 m liggen. Controleer de houdbaarheidsdatum op de slang en vervang indien
nodig. Aanbrengen van de slang is beschreven in sectie 2. Alleen een LPG-slang die voldoet aan SANS 1156-2, BS 3212 of DIN4815
mag met dit apparaat gebruikt worden.
• De gebruikte slang moet voldoen aan BS 3212:1991 / SABS 1156-2:2010 of een equivalent daarvan.