42
NL
OPMERKING!
f
De inbouw van een drukregelaar kan een reducerend effect hebben op de stroming.
f
Voor een foutloze werking van het filtersysteem mag de ingangsdruk de 1,2 bar niet onder-
schrijden.
Drukstoten dienen te worden vermeden. Indien deze toch optreden, mag de som van drukstoot
en statische druk de nominale druk van 8 bar niet overstijgen. Hierbij mag de positieve drukstoot
de 2 bar niet overschrijden en mag de negatieve drukstoot de 50% van de zich instellende
stroomdruk niet onderschrijden (zie DIN 1988 deel 2.2.4).
4.5 Pauzes in het gebruik / intervallen voor vervanging
Bij langere pauzes in het gebruik moet de afsluiter in de toevoer naar het filtersysteem worden
gesloten. Na pauzes in het gebruik van meer dan twee dagen (weekend, vakantie …) moet het
filter systeem met 4-5 liter water worden gespoeld, alvorens het weer wordt gebruik.
Een vervanging van de filterpatroon …
moet na het bereiken van de in hoofdstuk 2.3 vermelde capaciteit worden uitgevoerd;
dient uiterlijk 12 maanden na de inbouw/vervanging plaats te vinden;
dient na een stilstandtijd vanaf 4 weken plaats te vinden.
4.6 Afvalverwijdering
Indien hiervoor lokale inzamelpunten beschikbaar zijn, moeten opgebruikte filterpatronen,
andere onderdelen en verpakkingsmateriaal daar worden ingeleverd voor een milieuvriendelijke
recycling. Neem de geldende lokale voorschriften in acht!
5 Filtersysteem installeren
OPMERKING!
f
Gedecarboniseerd water bevat vrij koolzuur. Houd er bij het kiezen van de montage-
materialen rekening mee dat alleen geschikte materialen mogen worden gebruikt. Aanbevo-
len wordt BWT-toebehoren.
5.1 Filtersysteem uitpakken
Neem het filterpatroon uit de verpakking en controleer het op volledigheid en eventuele bescha-
digingen (transportschade).
I
VOORZICHTIG!
f
Defecte onderdelen moeten direct worden vervangen.
f
Werk netjes.
5.2 Filterhouder monteren
I
VOORZICHTIG!
f
Lees vóór de installatie de technische gegevens (hoofdstuk 2) en de gebruiks- en veiligheids-
instructies (hoofdstuk 4).
f
Gebruik voor de aansluiting van de machine alleen slangen in overeenstemming met DVGW
W 543.
f
Neem bij het monteren van toebehoren (slangen, aansluitsets) de inbouwmaten en buigradi-
us in acht.
Voor de opstelling van het filtersysteem moet een plek worden gekozen die een eenvoudige
aansluiting op het drinkwaternet mogelijk maakt.
Richt de wandhouder bij de montage zo, dat de filterkop en -kaars later comfortabel kunnen
worden ingezet.
Het filtersysteem moet met behulp van de filterhouder stabiel aan een wand worden vastge-
schroefd.
Het filtersysteem kan verticaal en horizontaal worden gebruikt.