NEDERLANDS
HANDLEIDING
BRITEQ®
31/68
BT-575W
OPHANGEN VAN HET APPARAAT
Belangrijk: De installatie van het toestel mag
uitsluitend
door
bekwaam
onderhoudspersoneel
uitgevoerd
worden.
Onjuiste plaatsing kan ernstige letsels en/of
schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
Het ophangen vergt veel ervaring. U behoort
de grenzen te respecteren aan de werklast;
erkende
installeringmaterialen
moeten
worden gebruikt; de
veiligheid van het
geïnstalleerde
toestel
moet
regelmatig
wordengecontroleerd.
Overtuig
U
ervan
dat
het
gebied
onder
installatieplaats vrij is van ongewenste personen
tijdens het plaatsen, het weghalen en het
onderhoud.
Installeer het toestel op een goed geventileerde plaats, ver van brandbare stoffen en/of vloeistoffen. Het
toestel moet worden bevestigd op
minstens 50 cm
van de omringende muren.
Het toestel moet worden geïnstalleerd buiten het bereik van iedereen en weg van plaatsen waar men mag
lopen en zitten.
Alvorens tot plaatsen over te gaan, moet men controleren dat de minimum puntbelasting van de
installatieplaats 10 keer het gewicht van het toestel bedraagt.
Gebruik bij het installeren van het toestel altijd een gewaarmerkte veiligheidskabel die 12 keer het gewicht
van het toestel kan dragen. Deze bijkomende veiligheidsbevestiging moet zo worden aangebracht dat
geen deel van het toestel meer dan 20 cm vallen kan als de hoofdbeveiliging faalt.
Het apparaat moet goed worden vastgezet; aan een vrij zwaaiende montage mag zelfs niet gedacht
worden.
Bedek geen ventilatieopeningen, anders zou dit oververhitting tot gevolg kunnen hebben.
De gebruiker moet er zich van verzekeren dat de installaties met betrekking tot de veiligheid en de
technische mechaniek door een expert zijn goedgekeurd alvorens ze voor de eerste keer te gebruiken. Elk
jaar moeten de installaties worden gekeurd door een vakman om te controleren of de veiligheid nog steeds
perfect is.
INSTELLEN VAN HET TOESTEL
Bedieningspaneel:
NEDERLANDS
HANDLEIDING
BRITEQ®
32/68
BT-575W
1. DISPLAY
geeft de verschillende menu’s en de gekozen functies weer.
2. LEDS
DMX
Aan
DMX signaal aanwezig
MASTER
Aan
Master mode
SLAVE
Aan
Slave mode
SOUND
Knippert
Geluidsactivering
3. TOETSEN
MENU
Om programmeringfuncties te selecteren
DOWN
Om terug te gaan in de geselecteerde functies
UP
Om verder te gaan in de geselecteerde functies
ENTER
Om de geselecteerde functies te bevestigen
4. REMOTE CONTROL INGANG:
sluit de optionele CA-8 afstandsbediening aan op de ¼” microfoon jack
om zo het toestel te controleren voor stand by, functie en modus
5. SENSITIVITY:
wordt gebruikt om de gevoeligheid van de microfoon in te stellen wanneer het toestel
gebruikt wordt in standalone of master/slave mode.
6. DMX INPUT/OUTPUT:
wordt gebruikt voor DMX512 verbinding. Gebruik symmetrische 3pins XLR M/V
kabels van goede kwaliteit om de toestellen met elkaar te verbinden.
HOOFDMENU:
Druk op de
MENU
toets om een van de pre-set
functies te kiezen. Druk op de toets tot de gewenste
functie op de display verschijnt.
Selecteer de functie met de
ENTER
toets. De
display zal knipperen.
Gebruik de
DOWN
en
UP
toetsen om de modus te
wijzigen.
Eens u de gewenste modus geselecteerd hebt moet
u op de
ENTER
toets drukken om uw keuze te
bevestigen.
Na
8
seconden
zal
de
display
automatisch
naar
de hoofdfuncties
terugkeren
zonder iets veranderd te hebben. Om naar de
functies terug te keren zonder iets te wijzigen moet
u
weer
op
de
MENU
toets
drukken.
De
hoofdfuncties worden hier rechts weergegeven.
DMX512 Adresinstelling
Wordt gebruikt om het startadres van het toestel
in te stellen in een DMX configuratie.
Druk op de MENU toets tot
op de display
weergegeven wordt.
Druk op de ENTER toets, de display begint te
knipperen.
Gebruik de DOWN en UP toetsen om het DMX512
adres te wijzigen.
Wanneer het juiste adres op de display wordt
weergegeven, druk dan op de ENTER toets om uw
keuze te bevestigen.
(anders keert hij na 8 seconden automatisch weer
naar de hoofdfuncties zonder iets gewijzigd te
hebben)
Om naar de functies terug te keren zonder iets te
wijzigen moet u weer op de
MENU
toets drukken.