Nederlands–6
2 609 932 333 • 29.9.04
Tips voor de werkzaamheden
Gebruik bij het bewerken van kleine of dunne
werkstukken altijd een stabiele ondergrond of
een zaagtafel (toebehoren).
Zaagbladendepot (zie afbeelding E)
In het zaagbladendepot
5
kunt u vier zaagbladen met
een lengte tot 110 mm bewaren. Leg de zaagbladen
met de enkelnokkenschacht in de daarvoor voorziene
uitsparing van het zaagbladendepot. Er kunnen twee
zaagbladen boven elkaar liggen.
Sluit het zaagbladendepot en duw het tot aan de aan-
slag in de uitsparing van de voetplaat
6
.
Invallend zagen (zie afbeelding F)
Alleen zachte materialen als hout en gipskarton
mogen invallend worden gezaagd.
Gebruik voor invallend zagen alleen korte zaagbladen.
Invallend zagen is alleen mogelijk met een verstekhoek
van 0°.
Plaats het elektrische gereedschap met de voorste
rand van de voetplaat
6
op het werkstuk en schakel het
gereedschap in. Kies bij een elektrische gereedschap
met een regeling van het aantal zaagbewegingen het
maximale aantal zaagbewegingen. Duw het elektrische
gereedschap stevig tegen het werkstuk en laat het
zaagblad langzaam in het werkstuk invallen.
Zodra de voetplaat
6
met het hele oppervlak op het
werkstuk ligt, zaagt u langs de gewenste zaaglijn ver-
der.
Parallelgeleider met cirkelsnijder (toebehoren)
Voor werkzaamheden met de parallelgeleider met cir-
kelsnijder
21
(toebehoren) mag de dikte van het werk-
stuk maximaal 30 mm bedragen.
Parallel zagen (zie afbeelding G): Draai de vastzet-
schroef
20
los en duw de schaalverdeling van de paral-
lelgeleider door de geleiding
19
in de voetplaat. Stel de
gewenste zaagbreedte als schaalverdelingswaarde
aan de binnenkant van de voetplaat in. Draai de vastzet-
schroef
20
vast.
Cirkels zagen (zie afbeelding H): Plaats de vastzet-
schroef
20
aan de andere zijde van de parallelgeleider.
Duw de schaalverdeling van de parallelgeleider door
de geleiding
19
in de voetplaat. Boor een gat in het
midden van de uitsparing die u in het werkstuk wilt
zagen. Steek de centreerpunt
22
door de inwendige
opening van de parallelgeleider en in het geboorde gat.
Stel de radius als schaalverdelingswaarde aan de bin-
nenkant van de voetplaat in. Draai de vastzetschroef
20
vast.
Koel- en smeermiddel
Bij het zagen van metaal dient u vanwege de verwar-
ming van het materiaal langs de zaaglijn koel- resp.
smeermiddel aan te brengen.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektri-
sche gereedschap de stekker uit het stopcontact.
Houd het elektrische gereedschap en de ventila-
tieopeningen altijd schoon om goed en veilig te
werken.
Reinig de zaagbladopname regelmatig. Neem daarvoor
het zaagblad uit het elektrische gereedschap en klop
het gereedschap licht op een egaal oppervlak uit.
Sterke verontreiniging van het elektrische gereedschap
kan tot functiestoringen leiden. Zaag daarom materia-
len waarbij veel stof vrijkomt niet van onderen of boven
het hoofd.
Bij extreme gebruiksomstandigheden kan bij het
bewerken van metalen geleidend stof in het
elektrische gereedschap terechtkomen. Daar-
door kan de veiligheidsisolatie van het elektri-
sche gereedschap worden geschaad. Het is in
dergelijke gevallen raadzaam een stationaire
afzuiginstallatie te gebruiken, de ventilatieope-
ningen vaak uit te blazen en een aardlekschake-
laar (FI) in de elektrische verbinding op te
nemen.
Smeer het steunwiel
9
af en toe met een druppel olie.
Controleer het steunwiel
9
regelmatig. Als het steun-
wiel versleten is, moet het door een erkende Bosch-
klantenservice worden vervangen.
Mocht het elektrische gereedschap ondanks zorgvul-
dige fabricage- en testmethoden toch defect raken,
dient de reparatie te worden uitgevoerd door een
erkende klantenservice voor Bosch elektrische gereed-
schappen.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingson-
derdelen altijd het uit tien cijfers bestaande zaaknum-
mer volgens het typeplaatje van het elektrische
gereedschap.
OBJ_BUCH-2 609 932 333-002.book Seite 6 Mittwoch, 29. September 2004 10:23 10