Nederlands–2
2 609 932 333 • 29.9.04
4) Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig
gebruik van elektrische gereedschappen
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor
bestemde elektrische gereedschap.
Met het
passende elektrische gereedschap werkt u
beter en veiliger binnen het aangegeven capaci-
teitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap
waarvan de schakelaar defect is.
Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of uit-
geschakeld, is gevaarlijk en moet worden gere-
pareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact voordat
u het gereedschap instelt, toebehoren wis-
selt of het gereedschap weglegt.
Deze voor-
zorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van
het gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereed-
schappen buiten bereik van kinderen. Laat
het gereedschap niet gebruiken door per-
sonen die er niet mee vertrouwd zijn en
deze aanwijzingen niet hebben gelezen.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wan-
neer deze door onervaren personen worden
gebruikt.
e) Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Con-
troleer of bewegende delen van het
gereedschap correct functioneren en niet
vastklemmen en of onderdelen zodanig
gebroken of beschadigd zijn dat de wer-
king van het gereedschap nadelig wordt
benvloed. Laat deze beschadigde onder-
delen voor het gebruik repareren.
Veel
ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onder-
houden elektrische gereedschappen.
f) Houd
snijdende
inzetgereedschappen
scherp en schoon.
Zorgvuldig onderhouden
snijdende inzetgereedschappen met scherpe
snijkanten klemmen minder snel vast en zijn
gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebeho-
ren, inzetgereedschappen en dergelijke
volgens deze aanwijzingen en zoals voor
dit speciale gereedschapstype voorge-
schreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden
en
de
uit
te
voeren
werkzaamheden.
Het gebruik van elektrische
gereedschappen voor andere dan de voorziene
toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5) Service
a) Laat het gereedschap alleen repareren
door gekwalificeerd en vakkundig perso-
neel en alleen met originele vervangings-
onderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat
de veiligheid van het gereedschap in stand blijft.
Gereedschapspecifieke
veiligheidsvoorschriften
B
Gebruik het elektrische gereedschap niet met
een beschadigde kabel. Raak de beschadigde
kabel niet aan en trek de stekker uit het stop-
contact als de kabel tijdens de werkzaamhe-
den wordt beschadigd.
Beschadigde kabels
vergroten het risico van een elektrische schok.
B
Sluit elektrische gereedschappen die bui-
tenshuis worden gebruikt aan via een aard-
lekschakelaar.
B
Bewerk geen asbesthoudend materiaal.
Asbest geldt als kankerverwekkend.
B
Gebruik een geschikt detectieapparaat om
verborgen stroom-, gas- of waterleidingen op
te sporen of raadpleeg het plaatselijke ener-
gie- of waterleidingbedrijf.
Contact met elektri-
sche leidingen kan tot brand of een elektrische
schok leiden. Beschadiging van een gasleiding kan
tot een explosie leiden. Breuk van een waterleiding
veroorzaakt materiële schade en kan een elektri-
sche schok veroorzaken.
B
Zet het werkstuk vast.
Een met spanvoorzienin-
gen of een bankschroef vastgehouden werkstuk
wordt beter vastgehouden dan u met uw hand kunt
doen.
B
Gebruik alleen onbeschadigde zaagbladen
die helemaal in orde zijn.
Verbogen of niet-
scherpe zaagbladen kunnen breken of een terug-
slag veroorzaken.
B
Beweeg het elektrische gereedschap alleen
ingeschakeld naar het werkstuk.
Anders
bestaat er gevaar voor een terugslag als het inzet-
gereedschap in het werkstuk vasthaakt.
B
Houd uw handen uit de buurt van de plaats
waar wordt gezaagd. Grijp niet onder het
werkstuk.
Bij aanraking van het zaagblad bestaat
verwondingsgevaar.
B
Let erop dat de voetplaat
6
bij het zagen sta-
biel ligt.
Een schuin zaagblad kan breken of tot een
terugslag leiden.
B
Schakel het elektrische gereedschap na
beëindiging van de werkzaamheden uit en
trek het zaagblad pas uit de zaagsnede nadat
het gereedschap tot stilstand is gekomen.
Zo
voorkomt u een terugslag en kunt u het elektrische
gereedschap veilig neerleggen.
B
Rem het zaagblad na het uitschakelen niet af
door er aan de zijkant tegen te drukken.
Anders kan het zaagblad beschadigd worden, bre-
ken of een terugslag veroorzaken.
B
Wacht tot het elektrische gereedschap tot
stilstand is gekomen voordat u het neerlegt.
Het inzetgereedschap kan vasthaken en dit kan tot
het verlies van de controle over het elektrische
gereedschap leiden.
OBJ_BUCH-2 609 932 333-002.book Seite 2 Mittwoch, 29. September 2004 10:23 10