
38
| Nederlands
2 609 932 556 | (3.11.09)
Bosch Power Tools
Montage
Boorstandaard monteren of bevestigen
Maak de knevelgreep
3
los. Schuif de boorkolom
2
van boven in de machinehouder
6
. Duw de
klemhendel
17
omhoog, terwijl u de boorkolom
door het onderste deel van de machinehouder
schuift. Draai vervolgens de knevelgreep
3
vast.
Voor het vastzetten van de diepteaanslag
5
schroeft u de knevelgreep
4
met de schroef-
draad M8 x 15 mm in het daarvoor voorziene
M8-schroefdraadgat van de machinehouder
6
.
Draai de knevelgreep
4
handvast aan.
Plaats de boorkolom met de gemonteerde ma-
chinehouder in de uitsparing van de voetplaat
9
.
Draai de schroeven
8
van de voetplaat met de
meegeleverde inbussleutel
1
vast.
Schroef de gemonteerde boorstandaard met
vier geschikte schroeven en onderlegringen
zeker op een stabiele, tegen kantelen beveiligde
ondergrond vast.
f
Controleer de veilige montage en bevesti-
ging van de boorstandaard.
U kunt de inbussleutel
1
opbergen door deze in de
bovenste afscherming van de boorkolom te steken.
Snelspanner monteren (toebehoren)
Met de snelspanner
7
(toebehoren) kunt u werk-
stukken snel en zeker op de voetplaat vastspan-
nen.
Als u de snelspanner
7
wilt monteren, draait u
de schroeven
8
los en tilt u de boorkolom
2
met
de machinehouder uit de voetplaat. Schuif de
boorkolom van boven door de snelspanner
7
.
Zie voor het bevestigen van de boorkolom
„Boorstandaard monteren of bevestigen”,
pagina 38.
Boormachine inzetten
f
Trek de stekker uit het stopcontact en/of
verwijder de accu uit het elektrische ge-
reedschap voordat u het gereedschap in-
stelt of toebehoren vervangt.
Onbedoeld
starten van boormachines is de oorzaak van
sommige ongevallen.
Verwijder indien nodig de extra handgreep van
uw boormachine (zie de gebruiksaanwijzing van
de boormachine).
Draai de knevelgreep
13
van de machineopname
los. Zet de boormachine met de spanhals van
boven tot aan de aanslag in de machineopname
14
. Draai de knevelgreep
13
handvast aan.
Opmerking:
Draai de knevelgreep
13
slechts zo-
ver aan dat de boormachine zeker bevestigd is.
Bij te vast aandraaien kan de ashals van de boor-
machine beschadigd worden.
f
Controleer of de boormachine stevig in de
machineopname vastzit.
Gebruik
f
Trek de stekker uit het stopcontact en/of
verwijder de accu uit het elektrische ge-
reedschap voordat u het gereedschap in-
stelt of toebehoren vervangt.
Onbedoeld
starten van boormachines is de oorzaak van
sommige ongevallen.
f
Draai schroeven en knevelgrepen na het ver-
stellen van de boorstandaard altijd weer vast.
Hoogte machinehouder instellen
Draai de knevelgreep
3
van de hoogte-instelling
los. Druk de klemhendel
17
van de hoogte-in-
stelling omhoog en houd deze ingedrukt. Schuif
de machinehouder op de gewenste hoogte en
draai deze indien gewenst opzij.
Als de machinehouder in de gewenste stand is,
laat u de klemhendel
17
los en draait u de kne-
velgreep
3
weer vast.
Boordiepte instellen
Met de diepteaanslag
5
kunt u de boordiepte
t
vastleggen.
Verschuif de machinehouder zodanig dat de
boorpunt (terwijl de boormachine uitgescha-
keld is) het werkstuk licht raakt (zie „Hoogte
machinehouder instellen”, pagina 38). Draai de
boordiepteschaalverdeling
12
zodanig dat het
nulpunt bij de markering
11
ligt.
Draai de knevelgreep
4
van de diepteaanslag los.
Voer een proefboring uit. Als op de boordiepte-
schaalverdeling
12
de gewenste boordiepte
t
wordt bereikt, draait u de knevelgreep
4
van de
diepteaanslag vast.
Voor volgende boringen is daarmee de boor-
diepte op de waarde
t
begrensd.
OBJ_BUCH-227-002.book Page 38 Tuesday, November 3, 2009 8:43 AM