Nederlands |
81
Bosch Power Tools
1 609 929 S09 | (15.10.08)
Hoeknauwkeurigheid tussen 0°- en
45°-laserlijn controleren
– Plaats het meetgereedschap in een van de
hoeken van het meetoppervlak. Schakel
het meetgereedschap in en stel het zo af
dat de 0°-laserlijn langs de lange zijde van
het meetoppervlak en de 90°-laserlijn
langs de korte zijde van het meetopper-
vlak verloopt.
– Markeer het kruispunt van de laserlijnen
op de vloer (punt
I
). Markeer bovendien
het midden van de 0°-laserlijn op 5 m
afstand (punt
II
) en op 10 m afstand
(punt
III
).
– Stel het meetgereedschap (zonder het te
draaien) op 5 m afstand zodanig op dat
het kruispunt van de laserlijnen het reeds
gemarkeerde punt
II
raakt en de 0°-laser-
lijn door punt
III
verloopt.
Markeer de 45°-laserlijn op 5 m afstand
(punt
IV
).
– Draai het meetgereedschap zodanig 45°
dat het midden van de 0°-laserlijn door
punt
IV
verloopt.
Het kruispunt van de laserlijnen moet nog
steeds op punt
II
liggen.
Markeer de 45°-laserlijn op 5 m afstand
als punt
V
.
– Draai het meetgereedschap zodanig 45°
dat het midden van de 0°-laserlijn door
punt
V
verloopt.
Het kruispunt van de laserlijnen moet nog
steeds op punt
II
liggen.
Markeer de 45°-laserlijn op 5 m afstand
als punt
VI
.
10 m
5 m
OBJ_BUCH-828-001.book Page 81 Wednesday, October 15, 2008 3:12 PM