Nederlands |
31
Bosch Power Tools
1 609 92A 260 | (21.1.16)
Meetgereedschap afstellen
Stel het meetgereedschap met de voetschroeven
12
zodanig
af dat de luchtbel zich in het midden van de dooslibel
7
be-
vindt.
Breng de luchtbel door het draaien van de eerste beide voet-
schroeven
A
en
B
in een positie in het midden tussen deze bei-
de schroeven. Draai vervolgens de derde voetschroef
C
tot de
luchtbel zich in het midden van de dooslibel bevindt.
Waterpasafwijkingen van het meetgereedschap die na stabili-
satie van de dooslibel nog aanwezig zijn, worden door de
compensator vereffend.
Controleer tijdens de werkzaamheden regelmatig (bijvoor-
beeld door naar de libelspiegel te kijken
3
), of de luchtbel zich
nog in het centrum van de dooslibel bevindt.
Meetgereedschap boven een bodempunt centreren
Centreer indien nodig het meetgereedschap boven een bo-
dempunt. Bevestig daarvoor het lood
20
aan de vastzet-
schroef van het statief. Stel het meetgereedschap boven het
bodempunt af door het meetgereedschap op het statief te
verschuiven of het statief te verstellen.
Kijker scherpstellen
Verwijder de beschermdop van de lens
1
.
Richt de kijker op een helder verlicht voorwerp
of houd een wit vel papier voor de lens
1
. Draai
aan het oculair
6
tot u het draadkruis scherp en
diepzwart ziet.
Richt de kijker op de waterpaslat, indien nodig met behulp
van het grove vizier
2
. Draai aan de scherpstelknop
16
tot u
de schaalverdeling van de waterpaslat scherp ziet. Stel door
het draaien van de fijninstelling
14
het draadkruis nauwkeurig
op het midden van de waterpaslat af.
Bij een correct scherpgestelde kijker mogen het draadkruis
en het beeld van de waterpaslat niet ten opzichte van elkaar
verschuiven als u uw oog achter het oculair beweegt.
Meetfuncties
Stel de waterpaslat altijd nauwkeurig verticaal op. Richt het
afgestelde en scherpgestelde meetgereedschap op de water-
paslat, zodat het draadkruis op het midden van de waterpas-
lat ligt.
Hoogte aflezen
Lees de hoogte op de waterpaslat bij de mid-
delste streep van het draadkruis af.
In het beeld gemeten hoogte: 1,195 m.
Afstand meten
Centreer het meetgereedschap boven het
punt vanaf waar de afstand moet worden ge-
meten.
Lees de hoogte op de waterpaslat bij de boven-
ste en onderste streep van het draadkruis af.
Vermenigvuldig het verschil van de beide
hoogten met 100 om de afstand van meetge-
reedschap tot waterpaslat te krijgen.
In het beeld gemeten afstand:
(1,347 m – 1,042 m) x 100 = 30,5 m.
Hoeken meten
Centreer het meetgereedschap boven het punt vanaf waar de
hoek moet worden gemeten.
Richt het meetgereedschap op punt
A
. Draai de horizontale
cirkel
10
met het nulpunt naar de afleesmarkering
9
. Richt het
meetgereedschap vervolgens op punt
B
. Lees de hoek op de
afleesmarkering
9
af.
GOL 20 D/GOL 26 D/GOL 32 D: In het voorbeeld gemeten
hoek: 45°.
GOL 20 G/GOL 26 G/GOL 32 G: In het voorbeeld gemeten
hoek: 45 gon.
Nauwkeurigheidscontrole van het meetgereed-
schap
Controleer de waterpas- en indicatienauwkeurigheid van het
meetgereedschap altijd vóór het begin van de werkzaamhe-
den en na het vervoeren van het meetgereedschap.
Dooslibel controleren
Stel het meetgereedschap met de voetschroeven
12
zodanig
af dat de luchtbel zich in het midden van de dooslibel
7
be-
vindt.
Draai de kijker 180°. Als de luchtbel zich niet meer in het mid-
den van de dooslibel
7
bevindt, moet de dooslibel worden bij-
gesteld.
C
B
A
C
B
A
2.
1.
A
B
A
B
x°
9
10
9
10
OBJ_BUCH-1239-004.book Page 31 Thursday, January 21, 2016 11:45 AM