Nederlands |
85
Bosch Power Tools
2 609 141 026 | (1.7.13)
De meetwaarde verschijnt meestal binnen 0,5 seconden en
uiterlijk na 4 seconden. De duur van de meting is afhankelijk
van de afstand, de lichtomstandigheden en de weerspiege-
lingseigenschappen van het doeloppervlak. Het einde van de
meting wordt aangegeven door een geluidssignaal. Na beëin-
diging van de meting wordt de laserstraal automatisch uitge-
schakeld.
Als ca. 20 seconden na het richten geen meting plaatsvindt,
wordt de laserstraal automatisch uitgeschakeld om de accu te
ontzien.
Referentievlak kiezen (zie afbeelding A)
Voor de meting kunt u uit vier verschillende referentievlakken
kiezen:
– vanaf de achterkant van het meetgereedschap of de voor-
kant van de 90° uitgeklapte aanslagstift
9
(bijv. bij het leg-
gen tegen buitenhoeken),
– vanaf de punt van de 180° uitgeklapte aanslagstift
9
(bijv.
voor metingen uit hoeken),
– vanaf de voorkant van het meetgereedschap (bijv. bij het
meten vanaf de rand van een tafel),
– vanaf het midden van de schroefdraad
19
(bijv. voor me-
tingen met statief).
Druk voor de keuze van het referentievlak zo vaak op de toets
10
tot in het display het gewenste referentievlak wordt weer-
gegeven. Na het inschakelen van het meetgereedschap is al-
tijd de achterkant van het meetgereedschap als referentie-
vlak vooraf ingesteld.
Achteraf veranderen van het referentievlak van reeds uitge-
voerde metingen (bijvoorbeeld bij weergave van meetwaar-
den in de meetwaardenlijst) is niet mogelijk.
Menu „Basisinstellingen”
Als u naar het menu „Basisinstellingen” wilt gaan, houdt u de
toets basisinstellingen
8
ingedrukt.
Druk kort op de toets basisinstellingen
8
om de verschillende
menupunten te kiezen.
Druk op de mintoets
5
of de plustoets
11
om de instelling bin-
nen de menupunten te kiezen.
Als u het menu „Basisinstellingen” wilt verlaten, drukt u op de
toets meting
2
.
Behalve de instelling „permanente laserstraal” blijven na het
uitschakelen alle basisinstellingen bewaard.
Permanente laserstraal
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
De laserstraal blijft in deze instelling ook tussen de metingen
ingeschakeld. Voor de meting hoeft u de toets Meten
2
slechts
éénmaal kort in te drukken.
Meetfuncties
Eenvoudige lengtemeting
Druk voor lengtemetingen zo vaak op de toets
12
totdat in het
display de indicatie voor lengtemeting verschijnt.
Druk voor het inschakelen van de laser en
voor het meten telkens eenmaal kort op
de toets meten
2
.
De meetwaarde wordt in de resultaatre-
gel
c
weergegeven.
Bij meer lengtemetingen achter elkaar worden de resultaten
van de laatste metingen in de meetwaarderegels
a
weergege-
ven.
Oppervlaktemeting
Druk voor oppervlaktemetingen zo vaak op de toets
12
tot in
het display de indicatie voor oppervlaktemeting
ver-
schijnt.
Meet vervolgens lengte en breedte na elkaar, net als bij een
lengtemeting. Tussen de beide metingen blijft de laserstraal
ingeschakeld.
Na afsluiting van de tweede meting wordt
de oppervlakte automatisch berekend en
in de resultaatregel
c
weergegeven. De af-
zonderlijke meetwaarden staan in de
meetwaarderegels
a
.
Basisinstellingen
Geluidssignaal
Aan
Uit
Displayverlichting
Aan
Uit
Automatisch
aan/uit
Digitale libel
Aan
Uit
Displayrotatie
Aan
Uit
Permanente laserstraal
Aan
Uit
Afstandseenheid (verschilt
per land)
m, ft, inch, ...
Hoekeenheid
°, %, mm/m
Basisinstellingen
OBJ_BUCH-1956-002.book Page 85 Monday, July 1, 2013 11:28 AM