Bosch GardenPump 18, Оригинальное руководство пользователя

Страница: 68 / 311

68 | Nederlands
Bedieningseenheid inzetten (zie afbeelding C)
Verwijder in het geval van de muurhouder de borg-
schroef
(9) uit de houder, hang de bedieningseenheid (6)
boven in de muurhouder en bevestig deze onder met de
borgschroef
(9) .
Als u de regentonhouder gebruikt, klikt u de bedieningseen-
heid op de houder vast.
Bepaling van de vereiste lengte van kabel en
verbindingsslang (zie afbeelding D)
Opmerking: Plaats de pomp ca. 50 mm boven de bodem van
de regenton. Bezinksel op de bodem kan de pomp beschadi-
gen.
Meet hoogte H en diameter D van de regenton en de afstand
van de montageplaats tot de bedieningseenheid E.
De lengte L
1
van de kabel wordt als volgt berekend:
H + D + E – 250 mm
De lengte L
2
van de verbindingsslang wordt als volgt bere-
kend:
H – 130 mm
Kabel opwikkelen en verbindingsslang afkorten
(zie afbeelding E)
Wikkel de overtollige kabel om de pomp (18) en bevestig de-
ze aan de aanwezige kabelklem (16) .
Maak de slangbeluchter (12) met de verbindingsslang los uit
de bevestiging op de slangvoering (11) .
Knip de verbindingsslang af op maat L
2
en monteer de aan-
sluiting met slangbeluchter (12) weer op de resterende ver-
bindingsslang.
Zet de slangbeluchter
(12) met de verbindingsslang in de
bevestiging op de slangvoering (11) .
U kunt ook afzien van het inkorten van de verbindingsslang
en de verbindingsslang laten uitsteken. Let er echter op dat
de slangbeluchter alleen functioneert wanneer deze op de
voorziene plaats in de slangvoering gemonteerd is.
Verbindingsslang en kabel aansluiten (zie
afbeelding F)
Houd de tweepolige stekker (21) onderaan de bedienings-
eenheid in de juiste stand ten opzichte van de inkeping en
duw de stekker in de aansluiting tot deze stevig vastzit.
Draai de wartelmoer op de aansluiting om de stekker te bor-
gen en het binnendringen van water te voorkomen.
Steek de universele aansluiting
(14) van de verbindings-
slang (13) op de slangaansluiting (19) aan de pomp.
Pomp in regenton plaatsen en tuinslang
aansluiten (zie afbeelding G)
Laat de pomp met behulp van de gemonteerde verbindings-
slang in het water glijden.
De pomp is uitgerust met een ontluchting om het onderdom-
pelen te vergemakkelijken. Een ventiel sluit de ontluchting af
wanneer de pomp in werking is. Het ventiel veroorzaakt bij
het schudden van de pomp geluiden.
Maak de slangvoering aan de rand van de regenton vast en
controleer of de pomp zich op de juiste plaats bevindt.
Bevestig een tuinslang met een in de handel verkrijgbare
slangkoppeling met slangbeluchter
(12) .
Opmerking: Gebruik geen slangkoppeling met waterstop.
Deze kan de doorstroming verminderen.
Gebruik met gesloten regenton
De pomp kan ook met een gesloten regenton worden ge-
bruikt. Gebruik afhankelijk van de uitvoering de boven op de
regenton aanwezige toegangen voor kabel en slang. In som-
mige gevallen moeten de openingen worden uitgesneden.
Zorg ervoor dat er geen scherpe randen aanwezig zijn.
Accu inzetten (zie afbeelding H)
Als u de bedieningseenheid (6) wilt openen, zwenkt u de
sluitbeugel (7) omhoog en klapt u het deksel van de bedie-
ningseenheid omlaag. Duw de accu (22) van boven in de be-
dieningseenheid tot deze vastklikt.
Sluit het deksel en zwenk de sluitbeugel omlaag. De pomp
kan alleen worden gestart wanneer de bedieningseenheid
met de sluitbeugel vergrendeld is.
Afsluiting van de montage (zie afbeelding I)
Zorg ervoor dat de regenton altijd met een deksel is afgeslo-
ten zodat er geen kinderen of dieren in kunnen vallen.
Bediening
Wanneer geen water meer wordt gepompt, schakelt een
droogloopbescherming de pomp automatisch uit.
In- en uitschakelen (zie afbeelding J)
Als u de pomp wilt inschakelen , drukt u op de aan/uit-
toets (1) . De oplaadindicatie brandt.
De oplaadindicatie (2) geeft de oplaadtoestand van de accu
aan:
LED Oplaadtoestand
Groen verlicht > 50 %
Geel verlicht 50 % − 20 %
Rood verlicht < 20 %
Rood knipperend Leeg, accu verwijderen
en opladen
Opmerking: Een brandende storingsindicatie geeft een sto-
ring in het apparaat aan. Zie het gedeelte “Oorzaken en op-
lossingen van fouten”.
Als u de pomp wilt
uitschakelen , drukt u opnieuw op de
aan/uit-toets (1) .
Timerfunctie (zie afbeelding K)
Als u de timerfunctie wilt activeren, drukt u terwijl de pomp
ingeschakeld is op de insteltoets (5) .
Na eenmaal indrukken bedraagt de looptijd 5 minuten. Tel-
kens na nog een keer indrukken wordt de looptijd van de
pomp verlengd met 5 minuten, tot maximaal 15 minuten.
F 016 L81 984 | (07.11.2019) Bosch Power Tools