46
| Nederlands
Beweeg het meetgereedschap altijd met een lichte druk over
de ondergrond, zonder het op te tillen of de aandrukkracht
te veranderen.
Het meetgereedschap kan in willekeurige richting
B
worden
bewogen.
Meetprocedure
Plaats het meetgereedschap op het te onderzoeken opper-
vlak.
Als zich bij het plaatsen onder het meetgereedschap een ob-
ject bevindt, dan brandt bij voldoende signaalsterkte het
signaallampje
(12)
rood, de meetaanduiding
(e)
slaat uit en
er is een geluidssignaal te horen.
Als bij het plaatsen van het meetgereedschap geen object
wordt herkend, dan verschijnt op het display de aanduiding
om te verplaatsen
(b)
en het signaallampje
(12)
brandt geel.
Beweeg het meetgereedschap zonder het op te tillen over
het oppervlak tot de aanduiding om te verplaatsen uitgaat.
Als geen object onder het meetgereedschap wordt herkend,
dan brandt het signaallampje
(12)
groen.
Als het meetgereedschap een object nadert, dan neemt de
uitslag in de meetaanduiding
(e)
toe, het signaallampje
(12)
brandt rood en er is een geluidssignaal te horen. Als het zich
van het object verwijdert, dan neemt de uitslag in de meet-
aanduiding af.
Bij kleine of diep liggende objecten kan het
signaallampje
(12)
geel branden en kan er eventueel geen
geluidssignaal te horen zijn.
Bredere objecten in de ondergrond zijn herkenbaar door een
aanhoudende, hoge uitslag van de meetaanduiding
(e)
. Het
signaallampje
(12)
brandt rood.
u
Voordat u in de muur boort, zaagt of freest, moet u
zich nog via andere informatiebronnen tegen risico's
indekken.
Omdat de meetresultaten door omgevingsin-
vloeden of de hoedanigheid van de muur beïnvloed kun-
nen worden, kan er gevaar bestaan, hoewel de
meetaanduiding
(e)
geen object in het sensorgebied aan-
geeft en het signaallampje
(12)
groen brandt.
Objectmidden bepalen
Als een object wordt herkend, dan brandt het
signaallampje
(12)
rood. Bij voldoende signaalsterkte ver-
schijnen de oriëntatiepijlen
(d)
voor het bepalen van het ob-
jectmidden.
Om het objectmidden gericht te lokaliseren, beweegt u het
meetgereedschap in de richting van de aangegeven
oriëntatiepijl
(d)
.
Boven het midden van een object laat de
meetaanduiding
(e)
de maximale uitslag zien en bij voldoen-
de signaalsterkte verschijnt het centerkruis
(c)
. De
oriëntatiepijl
(d)
gaat uit.
Voor nog nauwkeuriger bepalen van het objectmidden let u
op het vierkant dat bij voldoende signaalsterkte in directe
nabijheid van het objectmidden naast het aanwezige
centerkruis
(c)
verschijnt.
Als de oriëntatiepijlen
(d)
niet verschijnen, dan kan zich toch
een object in directe nabijheid bevinden.
u
Let altijd op alle signalen van het meetgereedschap
(signaallampje, meetaanduiding en oriëntatiepijlen
voor het bepalen van het objectmidden).
Aanduiding spanningvoerende leidingen
Het zoeken naar spanningvoerende leidingen gebeurt auto-
matisch bij elke meting (onafhankelijk van de gebruiksmo-
dus).
Als een spanningvoerende leiding wordt gevonden, ver-
schijnt op het display de aanduiding voor spanningvoerende
leidingen
(a)
, het signaallampje
(12)
knippert rood en een
geluidssignaal met snel opeenvolgende tonen is te horen.
Aanwijzingen:
–
Onder bepaalde omstandigheden (zoals bijv. achter
metalen oppervlakken of achter oppervlakken met
een hoog watergehalte) kunnen spanningvoerende
leidingen niet betrouwbaar worden gevonden.
De sig-
naalsterkte van een spanningvoerende leiding is afhanke-
lijk van de ligging van de kabels. Controleer daarom door
verdere metingen in de directe omgeving of andere infor-
matiebronnen of een spanningvoerende leiding aanwezig
is.
– Statische elektriciteit kan ertoe leiden dat leidingen niet
of onnauwkeurig (bijv. over een groot gebied) worden
aangegeven. Om de aanduiding te verbeteren, legt u uw
vrije hand naast het meetgereedschap vlak op de muur
om de statische elektriciteit te verminderen.
– Spanningvoerende leidingen kunnen gemakkelijker wor-
den gevonden, wanneer stroomverbruikers (bijv. lampen,
apparaten) op de gezochte leiding aangesloten en inge-
schakeld worden. Schakel de stroomverbruikers uit,
voordat u in de muur boort, zaagt of freest.
Objecten markeren
U kunt gevonden objecten indien gewenst markeren. Meet
zoals gebruikelijk.
Als u de grenzen of het midden van een object heeft gevon-
den, dan markeert u de gezochte plek op de bovenste
markeringshulp
(1)
en de markeringshulpen aan de
zijkant
(2)
. Verbind de punten met een verticale en een hori-
zontale lijn. Op het snijpunt van de lijnen bevindt zich de
grens of het midden van het object.
Fouten – oorzaken en verhelpen
Fout
Oorzaak
Verhelpen
Meetgereedschap kan niet ingeschakeld wor-
den.
Accu op batterijen leeg
Laad de accu op of verwissel de batterij-
en.
Meetgereedschap is ingeschakeld en reageert
niet.
Verwijder de accu of batterijen en plaats
deze weer.
1 609 92A 4X7 | (24.02.2021)
Bosch Power Tools
Содержание D-tect 120 Professional
Страница 3: ...3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 2 13 14 15 16 6 1 609 92A 4X7 24 02 2021 Bosch Power Tools ...
Страница 4: ...4 A B C a b c d e f g h i j 17 6 7 17 15 6 18 16 1 609 92A 4X7 24 02 2021 Bosch Power Tools ...
Страница 5: ...5 D 2 609 170 250 14 A B B B B AA1 1 608 M00 C1B 1 609 92A 4X7 24 02 2021 Bosch Power Tools ...
Страница 224: ...224 فارسی 1 609 92A 4X7 24 02 2021 Bosch Power Tools ...