Nederlands - 3
Draai de vleugelschroef voor de bevestigingsbeu-
gel 6 ongeveer 3 tot 4 mm naar buiten. Draai de
vleugelmoer 5 los en draai de schaafmachine om.
Draai de steunbeugel 11 in de steunbout 20.
■
Tijdens het vlakschaven moet de parallel-
geleider 12 gemonteerd zijn.
Monteer de parallelgeleider 12 (toebehoren) vol-
gens de afbeelding.
Draai de vleugelmoer 5 vast.
Duw de steunarm 14 tegen de schaafmachine-
greep en bevestig deze met de schroef.
■
Tijdens het vlakschaven moet de schaaf-
mesbescherming 9 gemonteerd zijn.
Steek de schaafmesbescherming 9 tot aan de
aanslag in de uitsparing en controleer de juiste
werking.
Ingebruikneming
■
Controleer voor de ingebruikneming of de
schaafmachine volgens de aanwijzingen
gemonteerd is. Controleer het vastzitten
van alle schroefverbindingen van de vlak-
en vandiktebank.
Stel de gewenste spaandiepte in op de schaaf-
machine.
Druk op de inschakelblokkering van de schaaf-
machine en druk op de aan/uit-schakelaar.
Zet de aan/uit-schakelaar vast met de bevesti-
gingsklem 7.
De bevestigingsklem mag alleen samen
met de vlak- en vandiktebank gebruikt
worden. Gebruik de bevestigingsklem
in geen geval met de handgevoerde
schaafmachine.
Verwijder voor het uitschakelen de bevestigings-
klem 7.
Snel uitschakelen is mogelijk door aan de kabel
van de bevestigingsklem 7 te trekken. Geadvi-
seerd wordt het gebruik van een veiligheidsscha-
kelaar (toebehoren Euro en GB).
Schaven (zie afbeelding
)
Begin met een geringe spaandiepte.
Plaats het werkstuk op de voetplaat en duw het
met een gelijkmatige voorwaartse beweging over
de schaafas. Duw daarbij het werkstuk licht aan.
■
Bewerk altijd slechts één werkstuk.
Herhaal het schaven in verschillende bewerkin-
gen tot het werkstukoppervlak helemaal ge-
schaafd is.
Houd tijdens de werkzaamheden de vingers bij-
een en plaats de duimen tegen de rand van het
werkstuk.
■
Gebruik bij het schaven van korte, smalle
werkstukken een geschikte toevoervoor-
ziening van verspaanbaar materiaal (bij-
voorbeeld een stuk hout) ter voorkoming
van terugslaan of vastklemmen van het
werkstuk.
De toevoerduwstok 22 van verspaanbaar materi-
aal kan volgens de afbeelding zelf worden ver-
vaardigd. Aan de onderzijde wordt schuurpapier
met een korrel van 40 of 60 vastgelijmd
(zie afbeelding
).
Parallelgeleider
Met de als toebehoren verkrijgbare parallelgelei-
der 12 kan worden geschaafd in hoeken van 90°
of van 90 tot 45°.
Monteer de parallelgeleider 12 (toebehoren) vol-
gens de afbeelding.
Om het werkstuk nauwkeurig haaks te schaven,
moet het werkstuk met het reeds geschaafde op-
pervlak tegen de parallelgeleider 12 worden ge-
plaatst. Het aandrukken mag alleen plaatsvinden
aan de parallelgeleider.
Voorbereiding
■
Trek altijd voor werkzaamheden aan het
apparaat de stekker uit het stopcontact.
Bevestig de vlak- en vandiktebank met twee lijm-
klemmen 3 (toebehoren).
Demonteer de schaafmesafscherming 9 die
eventueel is bevestigd.
Zet de schaafmachine naar binnen. Draai de
vleugelmoer 5 en de vleugelschroef voor de be-
vestigingsbeugel 6 vast.
Breng de instelmal 19 opzij van de vlak- en van-
diktebank aan (zie afbeelding
).
Stel de maximale spaandiepte in op de schaaf-
machine.
Doorlaathoogte instellen
De vandiktetafel wordt na het losdraaien van de
vleugelschroef voor verstelling van de doorlaat-
hoogte 10 met de verstelknop 4 als volgt inge-
steld.
Meet het werkstuk aan de dikste plaats.
Houd de vandiktetafel met de verstelknop 4 vast.
Stel de werkstukdikte min de gewenste spaan-
dikte in op de schaalverdeling 2.
Draai de vleugelschroef voor verstelling van de
doorlaathoogte 10 na het instellen vast.
D
Vandikteschaven
(zie afbeelding
)
D
E
F
2 609 932 009 - Buch Seite 3 Mittwoch, 10. Dezember 2003 10:31 10
41 • 2 609 932 009 • TMS • 02.12.03