16
Elektrische aansluiting
• De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan een
vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
• Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
• De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de onderkant
van het apparaat.
• Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net gescheiden
te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening minstens 3mm bedra-
gen.
• Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige voorzie-
ningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële schakelaars en con-
tacten.
• Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen voor
uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de instal-
latieregeling.
• De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat of de
oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ
Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema. De aansluitdoos bevindt zich
onder de kookplaat. Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de
2 gleuven voor de 2 pijlen.
Voeding
Aansluiting
Kabelsectie
Kabel
Zekering
230V~ 50/60 Hz (BE)
1 Fase + N
3 x 2.5 mm²
H 05 VV – F
25 A
H 05 RR – F
400V~ 50/60Hz (BE)
2 Fasen + N
4 x 1.5 mm²
H 05 VV – F
16 A
H 05 RR – F
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Aansluiting van de kookplaat
Gebruik voor de verschillende aansluitingen de bruggen in messing die zich in de aansluitdoos
bevinden.
Een fase 230V~1P+N:
Plaats een brug tussen 1 en 2, dan tussen 4 en 5.
Verbind de aarding met de aansluitklem “aarde”, neutraal N met de aansluitklem 4 of 5, de fase L
op de aansluitklem 1 of 2.