Bediening
61
Schakel het apparaat aan door op de knop
(4) te drukken. Het systeem wordt
opgestart. Houd de knop
(4) 2
seconden ingedrukt om het apparaat uit te
schakelen.
HET GELUID UITSCHAKELEN
Druk kort op de knop MUTE (1) om het
geluid uit te schakelen. Druk er opnieuw op
om het geluid terug in te schakelen.
HET VOORPANEEL VERWIJDEREN
Druk op de losmaakknop
(5) om het
afneembare voorpaneel los te maken.
HET GELUIDSNIVEAU REGELEN
Druk kort op de knop MENU (4) om de
gewenste
regelstand
te
kiezen.
De
regelstand kan worden gewijzigd in deze
volgorde:
-BASS-TRE-BAL-FAD-EQ-XBASS-BEEP-
DX-STEREO-CLOCK-AREA
TRE: Hoge tonen
BAL: Balans
FAD: Faden
EQ: Equalizer
DX: Afstand
Door aan de audioknop (19) te draaien
kunnen de directe geluidskwaliteit en de
instellingen worden aangepast.
Houd de knop MENU (4) 2 seconden
ingedrukt om door te gaan naar het menu
RDS - zie hieronder:
AF-TA-TA VOL-REG-EON
AF: Alternatieve frequenties
TA: Verkeersinformatie
TA VOL: Volume van de
verkeersinformatie
EON: Informatie over
van een andere zender (Enhanced
Other Network)
EQ (Equalizer)
Druk kort op de knop EQ om een van de
onderstaande standen EQ te kiezen, die al
geconfigureerd zijn:
CLASSICS
—
ROCK
—
POP
—
FLAT
—
EQ OFF
XBASS
Houd de knop EQ 2 seconden ingedrukt om
de functie XBASS op te starten. Houd de
knop opnieuw ingedrukt om deze functie uit
te schakelen.
Zoemer (BEEP) in-/uitschakelen
De autoradio is uitgerust met twee
zoemstanden. Draai aan de volumeknop
om een van de standen te kiezen.
- Stand Zoemer aan (Beep on): Telkens
u op een knop drukt, wordt een
bevestigingsgeluid weergegeven.
- Stand Zoemer uit (Beep off): Als
u op een knop drukt, wordt er geen
bevestigingsgeluid weergegeven.
LOC/DX:
Door in deze functie aan de audioknop
(6) te draaien, wordt de functie Lokaal
ingeschakeld. Als het apparaat in de stand
LOC werkt, zal de
ontvangstgevoeligheid bij het zoeken
van radiozenders verminderen. Dit
betekent dat u enkel zenders zult
ontvangen die een goede
ontvangstkwaliteit garanderen. Alle
zenders met lage geluidskwaliteit
worden genegeerd. Als het apparaat in
de stand DX werkt, zal de
ontvangstgevoeligheid bij het zoeken
van radiozenders vergroten. Dit
betekent dat de radio het signaal van
een groter aantal zenders zal
ontvangen.
STEREO/MONO:
Draai de audioknop (6) in
deze functie om te kiezen tussen de
geluidsstand STEREO of MONO. In de stand
STEREO kunt u het stereosignaal op de
FM-band ontvangen. In de stand MONO
D
U
T
C
H