13
Instellen equalizer
Zet alle frequentieregelaars in midden-
stand (0 dB).
Schakel de equalizer in met toets EQ
1
.
De LED-indicaties in de frequentieregelaars
zijn aan.
Omdat de schuifregelaars voor de frequen-
ties 60, 150, 400, 1 000, 2 500, 6 300 en
16 000 Hz in middenstand staan, blijft de
klank nog hetzelfde.
U kunt nu de klank (in jargon: “frequen-
tiewerking”) van uw stereo-installatie door
gericht versterken dan wel afzwakken van
de afzonderlijke frequentiegebieden, aan-
passen aan uw persoonlijke smaak en de
specifieke binnenakoestiek van uw auto.
Elke van de 7 frequentiegebieden kan met
de desbetreffende re 12 dB versterkt
of - 12 dB afgezwakt worden.
Om de voor uw situatie optimale instelling te
vinden, gaat u als volgt te werk:
(alle frequentieregelaars in middenstand).
Verschuif de 60 Hz-regelaar zó, dat de
lage tonenweergave u juist lijkt.
Verbeter de lage tonenweergave door de
150 Hz- en 400 Hz-regelaar te verschu-
iven.
Verschuif de 16 000 Hz-regelaar (16 k),
dat de hoge tonenweergave u juist lijkt.
Verbeter de hoge tonenweergave door
de 6 300 Hz-regelaar (6,3 k) te verschu-
iven.
Ga na, of door verschuiven van de 2 500
Hz- (2,5 k) en 1 000 Hz-regelaar (1 k) de
klank nog verder kan worden verbeterd.
Herhaal bovenstaande 5 stappen en ver-
beter aldus de totale klankindruk.
Bij een optimale instelling kunt u uzelf door
uit/aan-schakelen van de equalizer over-
tuigen van de hoorbaar betere klank.
Technische gegevens
max. vermogen:
4 x 30 W
Sinusvermogen:
4 x 20 W
bij vervormingsfactor 1% (1 kHz)
7 klankregelingsbereiks:
±
12 dB voor alle regelaars
Overspraakdemping:
≥
60 dB
Weergavebereik:
10 - 65 000 Hz
signaal/ruisafstand:
> 85 dB
DIN-luidsprekeringangen
Aansluitbare luidspreker-impedanties:
2 of 4 luidsprekers à 4
Ω